Er woonden daar meest brandersknechts (ouwe tijers). Als men daar werkzaam moest zijn voor een of ander karweitje, werd je nooit onthaald op een kop koffie of thee. Wel stond de trekpot klaar met kruidenbitter met kakkerlakken. Cafés waren er niet veel. Café Den Ouden en Over de Vest. Aan het einde (van de) Groenelaan was destijds de bierbrouwerij van Rademaker en Kleiheeg. Het land van Van der Most grensde hieraan. Later was het Bierhuis de Bovenbak. Op het Fort Pillo waren een paar bijzondere typen, bijgenaamd Jaan de Baan en Kee de Kar. In deze tijd kwam het Heilsleger hier ter stede op de Lange Haven. De Fortbewoners waren direct vaste klanten. Er werd al gauw gezongen. Jaan de Baan en Kee de Kar maken het leger in de war. En dat deden ze dan ook terdege. Het leger stond toen nog niet onder politiebe scherming. De mensen hadden heel wat te verduren. De zondag werd in de Gorzen meest besteed aan dobbelen. Er waren heel wat politieagenten nodig om dit te beletten. Processen- verbalen kwamen niet veel voor. De politie stak al de centen die op de grond lagen in hun vestzak en daar bleef het bij. Toen het voetbalspel hier populair werd, was het dobbelen ge daan. Nog hulde aan burgemeester Dr. Brands, hoewel Anti-Revolutionair heeft hij veel ge daan om met medewerking van wethouder Van Westendorp, het voetbal in goede banen te lei den. HOOFDSTRAAT ongeveer 60 jaar geleden. Op deze tijd kwamen nog verscheidene zeilschepen in de haven. Voor de firma Van der Eist: de Frans Quintus Catharina Wilhelmina den Breems, Mercurius. Voor de firma Plant en Visser: Adriana, Neerlands Veug Menno Hendrik Jan. Het schip Adriana was een slaven schip geweest. De ringen waaraan de slaven geklonken waren, waren nog aanwezig. Voor de firma Engers: smokkelkotters, de Maria, Cosmopoliet, Noordster, Marchant. Deze kotters na men van alles mee en voeren onder de Engelse kust en verkochten daar aan de schepen hun waren. Eén artikel was bij de Engelschen zeer gewild; dat was Haarlemmerolie, Duits drop. Duizenden van deze flesjes namen de kotters mee. Het heeft niet zo lang geduurd, want toen de flesjes half gevuld met thee en de rest olie werd, beliefden de Engelschen ze niet meer. Deze oude Haarlemmerolie bevatte iets, naar ik meen vingerhoedskruid. Dit veroorzaakte afdrijving bij vrouwen. Later is dit kruid verboden. Er werd toen in Nederland een versje gezongen dat er op doelde: 'Zeven blauwe bonen gingen een meid verschoonen, Haarlemmer olie...enz.' Haringloggers van de Firma den Breems waren er toen ook verscheidene. Dan waren er twee sleepboten: Mentor 4 en Mentor 6 kapitein L. Bitter. Deze waren bijna altijd in actie. Alsmede drie tjalken voor de Firma Van Eyk. Deze voeren uitsluitend voor de kaarsen fabriek Apollo. In die tijd kwamen er al verscheidene stoomschepen binnen, meest met kolen, ook wel met granen. Holmside, Noord Holland, Zuid Holland, Sjiep Cheers enz. Al deze schepen werden met de hand gelost. Toen dan ook de machines kwamen uit Rotterdam was het hier gedaan. Toen zongen de havenarbeiders: 'De grote machines die zuigen het graan. De arme werkers, zij blijven staan. Met elevators wordt alles gelost, wat honderden mensen hun boterham kost.' 17

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1997 | | pagina 17