Voor de besteding van die ene cent die de kinderen doorgaans als beloning ontvingen, was reeds lang een bestemming gevonden: een cent snoep kopen in één van de kleine winkeltjes waar een groot assortiment aan snoepwaar op 'snoeptafels' op een verleidelijke manier was uitgestald. En in de late avonduren konden de ijverige werkers, inmiddels reeds lang getekend door de arbeid met hun zwarte-pieten gezicht, van boord stappen. 'Los en vast in één dag', in het scheepsj argon. Dat kleine ploegje had het weer gepresteerd om een kolenboot van ongeveer 1.000 bruto registerton in één dag te lossen. Het gerucht ging - en dat was zeker niet onge grond - dat nergens in deze regio zo snel een boot werd gelost als op het Hoofd in Schiedam. Na het verschonen en zich wassen thuis, waar het fijne kolenstof maar moeizaam uit het gelaat was te verwijderen, genoten de moe gestreden mannen van een 'prikkie' (een restant van het warme middageten) en een bord pap en konden ze van een welverdiende nachtrust gaan genieten. De volgende morgen kon het ploegje zijn loon in ontvangst nemen uit handen van de kras. Traditiegetrouw gebeurde dat in het dranklokaal van Kee Geerink, Hoofdstraat nr. 45, die met dochter Klazien dit café dreef. Een onopvallend klein café met één raam en van een eenvoudi ge uitvoering. Een papegaai, die tot de inventaris behoorde, gaf wat kleur aan het sobere interieur. Om welke redenen dit café uitverkoren was, weten we niet. Had de Drankwet van 1881 een stap in de goede richting gedaan door o.a. het beperken van het aantal vergunningen, op de Hoofdstraat waren er omstreeks de eeuwwisseling altijd nog veertien dranklokalen, waaronder één of twee bierhallen. Een ruim aanbod aan lokalen derhalve, waaruit men kon kiezen. De kras had bij zijn cargadoor de linnen zak met zilveren guldenstukken opgehaald en in het café op een ijzeren schaal uitgestort, waarna aan ieder der mannen tien guldens werden Havenhoofd. Links de sleepboot Mentor, rechts kaarsenfabriek Apollo. Uitg. N.J. Boon, Amsterdam 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1997 | | pagina 20