SCHIEDAM, SPIRITUS EN SCHNAPPS (3)
ENIGE INVLOEDEN OP DE ONTWIKKELING VAN DE MOUTWIJNINDU
STRIE
In onze vorige nummers werd gesproken over de spiritus en moutwijnindustrie in ons land.
Wij besluiten met een summier overzicht van enige niet Nederlandse ontwikkelingen in de
fabricage van moutwijn en de ontwikkeling van een andere drank naast jenever die echter
toch een duidelijk Nederlands accent kreeg.
Buitenland
Vanuit ons land hebben diverse distillateurs een bedrijf in een ander land opgezet of hebben
licenties afgegeven, waarbij hiervandaan grondstoffen werden toegeleverd. Dikwijls gebeurde
dit omdat die markt anders verloren zou zijn gegaan. We zullen hier verder niet op ingaan,
maar ons beperken tot de moutwijnfabricage.
Op het eind van de vorige eeuw begon een lid van de distillateursfamilie Melchers in Canada
een distilleerderij en moutwijnbranderij. Zo kreeg men een wat wonderlijke situatie dat vanuit
Schiedam een grote branderij in een ander continent werd gesticht, veel moderner van opzet
dan men in Schiedam zelf aantrof. Op kosten van enkele branders/distillateurs uit Schiedam
bracht omstreeks 1905/1906 de architect Th.E.I. Kramers een bezoek aan het Canadese
bedrijf om zich van de nieuwste techniek op de hoogte te stellen. Kramers heeft in 1909
Hollandia gebouwd en had al eerder, in 1903, het bedrijlVan J.J. Melchers Wz (Olifant)
opgezet aan de Noordvestsingel.
J.A.J. Nolet heeft in 1917/18 in Baltimore (Ver. Staten van Noord-Amerika) een moutwijnfa-
briek en distilleerderij laten bouwen. De architect Th.E.I. Kramers was daarbij betrokken.
Helaas, door de bekende drooglegging van Amerika is deze fabriek nauwelijks echt gaan
draaien.
De Kuyper, met traditioneel een grote markt in Canada, besloot samen met een partner daar
zelf te gaan produceren. Zij bouwde daar na 1933 ook een branderij die onder leiding kwam te
staan van P.E. Kruyt, voormalig bedrijfsleider van Hollandia.
Bols liet in 1938 in Ar gentinië een branderij bouwen en ook hier was een Schiedammer, die
zijn sporen in de branderij wereld had, A. de Koning, bij betrokken.
In België en Noord-Frankrijk werd al van oudsher moutwijn gemaakt. In 1777 werd door
Holland de export van branderij-instrumenten verboden. Dit was vooral tegen Duinkerken
gericht. Maar omdat de koperslagers daartegen protesteerden, omdat zij ook voor Zuid-Franse
brandewijnstokers werkten, werd het verbod beperkt tot korenbrandewijnapparatuur. Ook nu
nog wordt nog wel moutwijn gemaakt, dikwijls door de distilleerderij zelf.
Wim Snikkers
Een notitie over
Kramers bij
dist. P. Melchers
59