Op 15 mei 1850 trouwt Mari Roelants. Zijn vrouw, Johanna Cornelia Jonker, helpt hem in het
bedrijf door leiding te geven aan het vrouwelijk personeel dat het inbinden van boeken ver
zorgt. Het huwelijk wordt gezegend met 11 kinderen, maar 6 overlijden op jeugdige leeftijd,
waaronder twee naamgenoten.
De derde naamgenoot, H.A.M. Roelants Jr, is bekend als genealoog. Na eerst in zijn vaders
bedrijf gewerkt te hebben, vestigt deze zoon zich in Amsterdam als uitgever en als agent van
een drukinktfabriek. Hij had echter een zwakke gezondheid. In 1900 verscheen van hem "Het
Gulden Boek van Schiedam", dat hij zijn ouders aanbood ter gelegenheid van hun 50-jarig
huwelijk. Maar helaas overleed deze zoon kort daarna op 10.9.1901 te Putten en kon daardoor
het aangekondigde tweede deel van zijn boek niet afmaken. Uitgeverij Roelants verzorgde na
het overlijden van Jr. het drukken van: "Tuberculose, hare Voorbehoeding, Behandeling en
Levenswijze". Dit boek was geschreven door A.H. Haentjes, geneesheer-directeur van het
eerste Nederlandsche Sanatorium voor Longlijders te Putten op de Veluwe.
Zakelijk en maatschappelijk ging het onze Schiedamse uitgever duidelijk goed. Als officier
van de schutterij was hij medeoprichter van de Officierenvereniging, waarvan hij 25 jaar
voorzitter is geweest. Ook was hij jarenlang lid van de gemeenteraad en hij trad bij huwelijken
op als ambtenaar van de Burgerlijke Stand. In 1862 krijgt hij de kans om het achter zijn
woonhuis gelegen pakhuis "Polen" te kopen, dat op 1 januari 1863 wordt opgeleverd.
In verdere aktes zal dit pand "drukkerij" genoemd worden en het beroep van de eigenaar
verandert in de omschrijving van "Boekhandelaar" in "Boekhandelaar en boekdrukker" Later
wordt dat dan: "Boekdrukker-Uitgever". De datum 1 januari 1863 kan dus als startdatum van
de drukkerij worden beschouwd, want pas vanaf dit moment beschikt Roelants over de beno
digde ruimte en noemt hij zich ook boekdrukker.
In 1864 en 1877 worden ook weer aangrenzende panden aan de Korte en Lange Haven
gekocht, zodat een voortdurende uitbreiding mogelijk is. De boekdrukkerij is door Roelants in
een aparte firma ondergebracht, vermoedelijk om door een of meerdere stille vennoten aan het
benodigde kapitaal te komen. Een der eerste producten was een prachtbijbel, die Roelants
speciaal voor de koningin drukte en waarvoor hij als tegengeschenk een gouden snuifdoos
ontving. In 1863 drukte hij een volksuitgave van de werken van Vondel, waarover hij in een
proces verwikkeld raakte met Jacob van Lennep, die een luxe uitgave in 12 delen had samen
gesteld, prijs 75,-. De uitgave van Roelants kostte maar 10,--. De eis van vernietiging van
de volksuitgave en 3x 100.000, was werkelijk voor die tijd van ongekende hoogte, maar
gelukkig won Roelants het proces. Roelants had zijn Vondeluitgave opgedragen aan Koning
Willem III, die hiermede zeer was ingenomen.
Wij kennen de 19e eeuw als een rustige tijd zonder oorlog, maar de druk aan de oostgrens
werd wel als bedreigend ervaren. Niet ten onrechte! Pruisen had in 1815 delen van het Ko
ninkrijk Holland, nl. Leer, Aschendorf en Aurich in het Noorden in bezit gekregen en in het
zuiden bij Limburg het gebied van Eupen-Malmedy. Pruisen voerde een agressieve uitbrei-
dingspolitiek waardoor Denemarken, Oostenrijk en Frankrijk gebieden moesten afstaan.
De taal kende nog geen nationale grenzen en de volksuitgave van Vondel paste dan ook geheel
in het streven naar taaleenheid van Willem III.
De koning neemt de opdracht van de Vondeluitgave op 3 april 1864 aan en dit zal het begin
43