Het Hoofdplein omstreeks 1906 met een van de schepen die de diensten onderhielden met de buursteden en de "Eilanden Zwart is trouwens de favoriete kleur in Pemis. Ook de Pemisser mannen dragen doorgaans zwarte kleding. De tweede in de rij van de drie voor Schiedam belangrijkste "veerdiensten" die wij op het Hoofd tegenkomen, is die van de "Vlaardingsche Stoomboot Maatschappij". De maatschappij bestaat al sinds 1868 en exploiteert met haar boten "Vlaardingen 5" en "Vlaardingen 6" een vracht- en passagiersdienst vanuit Rotterdam op Brielle en Hellevoetsluis via de tussenliggen de plaatsen Schiedam, Vlaardingen en Nieuwesluis. Agent voor Schiedam is P.S. Engering. De ranke, witte schepen zijn kenbaar aan de zwarte pijp met rode band. Zij voeren le en 2e klasse. In 1918 wordt deze maatschappij door de R.T.M. (Rosestraat, Rotterdam) overgeno men. De tarievenlijst uit 1926, die bewaard is gebleven, bevat een grote verscheidenheid aan tarieven, vooral met betrekking tot het vrachtvervoer. Aan alles is gedacht. Leest u maar mee, een selectie: tarieven voor meubilair (kasten, buffetten), piano's en orgels, verhuis- en room- ijswagens, paarden en overig vee, dieren van kleine gestalte, geneesmiddelen, manden levende bloemen, zendingen versch vleesch, visch of gebak, voertuigen op twee of drie wielen. Ook voor het vervoer van lijken zijn er regels. Lijken moeten steeds in luchtdichte kisten gesloten zijn en vergezeld van een geleider (tarief bedraagt f. 5,-). Kort voor het vertrek wordt een bel geluid. De reistijd van Rotterdam naar Den Briel bedraagt twee uur. In de dertiger jaren wordt het traject ingekort; het vertrekpunt wordt Vlaardingen met bestemming Den Briel. Door sommige van de passagiers, voor wie de reis tot de dagelijkse routine behoorde, wordt de tijd benut met het beoefenen van gezelschapsspelen waarvoor de hofmeester/conducteur speelkaarten of dambord ter beschikking stelde. De accommodatie bestaat uit 1 e klasse met kajuit bovendeks waarin banken met bekleding. 122

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1997 | | pagina 6