HET VÜRTHEIM-SERVIES
Ludo van Halem
Het hierna volgend artikel verscheen eerder in het bulletin van de Vereniging Rembrandt,
Nationaal Fonds Kunstbehoud, jaargang 7, no. 2 zomer 1997.
We zijn de auteur en de Vereniging zeer erkentelijk om het artikel te mogen overnemen want
het verdient de aandacht van een breder publiek.
Op 17 september 1902 ontving Julius Vtlrtheim, destijds lid van de Schiedamse gemeente
raad, uit handen van het college van Burgemeester en Wethouders een servies 'voor zijn
verdiensten aan de stad betoond'. Dat deze verdiensten aanzienlijk werden geacht, bleek uit de
aard en omvang van het geschenk. Het Schiedamse gemeentebestuur had door de Koninklijke
Porselein- en Aardewerkfabriek 'Rozenburg' in Den Haag een theeservies laten vervaardigen
dat uit twaalf kop-en-schotels, een ovaal dienblad, een melkkannetje, een suikerpot en een
theepot met pluimdekstel bestond. In totaal telde het achtentwintig delen.
Voor de beschildering tekende Samuel Schellink (1876-1958), meesterschilder van de
Rozenburg-fabriek, die een decor toepaste van donkere, paarsblauwe tulpen tegen een achter
grond van bleek-geelgroene gestileerde bladmotieven. In dit elegante decor, dat een overwel
digende rijkdom aan zachte kleurnuancen vertoont, verwerkte hij een tweetal motieven die de
bijzondere relatie tussen de schenker en de ontvanger benadrukken. Op de kopjes, de melk
kan, de suikerpot en de theepot staat het monogram JJV in een gestileerd plompeblad terwijl
op alle schotels het stadswapen van Schiedam - een gekroond schild van goud met een leeuw
van sabel en een rechter schuinbalk van keel beladen met vijf blokken van zilver2 - prijkt. Het
dienblad vermeldt bovendien in sierlijke letters, tussen het stadswapen en het monogram, de
datum van schenking.
Paardentram
Op 26 november 1996 kwam dit opmerkelijke servies, dat geheel compleet is en op gebruiks
sporen in een viertal kop-en-schotels na vrijwel geheel onbeschadigd, onder de hamer op de
najaarsveiling van het Venduhuis Zwolle. Met steun van de Vereniging Rembrandt kon het
daar worden aangekocht door het Stedelijk Museum Schiedam. De aankoop bleek op een
gelukkig moment plaats te vinden. Vrijwel onmiddellijk deed zich namelijk de gelegenheid
voor het servies aan het publiek te tonen door het op te nemen in de historische tentoonstelling
Het Stationsplein en omgeving (14 december 1996-9 februari 1997).
In eerste instantie wekt deze context, een historische tentoonstelling over een verkeersknoop
punt in Schiedam, wellicht enige bevreemding, maar het servies blijkt toch veel te maken te
hebben met de ontwikkelingen die zich rond de eeuwwisseling op het Stationsplein voordeden.
Toen Julius Johannes Vtlrtheim jr (1842-1932) het servies kreeg aangeboden, was hij pas een
jaar raadslid. Maar het was niet in deze hoedanigheid dat hij zijn sporen voor de stad had
verdiend Voor alles was Vürtheim een zakenman en in de jaren waarom het hier gaat, zo rond
1902, hield hij zich als zodanig bezig met de aanleg van de eerste Schiedamse paardentram.
Op 30 april 1901 verleende de gemeente hem op persoonlijke titel een concessie voor de
172