hard werken en weinig verdienen. Schiedam werd in ieder geval geen rijke stad. De oudst be
kende brander is Jacob Jansz. Waerde. Hij had al in 1594 een branderij. Na hem steeg het
aantal branders gestaag zoals al eerder werd opgemerkt. Toen de Staten van Holland in 1668
besloten om de van Duitsland ingevoerde brandewijn vrij hoog te belasten en drie jaar later,
om politieke redenen ook de invoer van het geestrijk vocht, naast andere producten, uit Frank
rijk te verbieden, kregen de branders een wel zeer gunstige concurrentiepositie. Maar de
Fransen namen wraak op de maatregelen van de Staten Generaal en in 1688 brak er een oorlog
uit. Die duurde tot 1697 en in die negen jaar verdwenen de Franse wijnen en het gedistilleerd
vocht geheel van de Hollandse markt. Vele Schiedamse reders zagen een kans om meer geld te
verdienen en tijdens die oorlog met Frankrijk steeg het aantal branderijen in Schiedam dan ook
snel. Na de Vrede van Rijswijk in 1697 kregen de Fransen en hun wijnproducten weer voet
aan de grond in Holland en dat werd nadelig voor Schiedam. Maar vooral de mislukte graan
oogst in 1698 bracht ernstige schade toe aan de Schiedamse branders. Het stoken van brande
wijn uit graan werd wegens de schaarste van de grondstof zelfs verboden door de Staten van
Holland. Pas in 1700 werd dat verbod opgeheven en ging het weer beter.
In 1750 kende Schiedam meer dan 100 branderijen en in 1795 waren dat er 188. De grootste
groei moest toen nog komen maar dan zijn we meer dan honderd jaar verder. Ook de brande
rijen vroegen om aanverwante bedrijven en in Schiedam verschenen naast de al bestaande
watermolens, de graanmolens. Totaal hebben in de 'Gouden Eeuw van Schiedam' minstens 27
molens dienst gedaan. Vele daarvan werden door branders gebouwd om het graan te malen dat
als grondstof diende voor de aanmaak van moutwijn. Tot de dag van vandaag omarmt een
vijftal van die indrukwekkend hoge bouwsels de oude binnenstad van Schiedam.
Bij alle economische activiteiten speelden 'vakorganisaties' als de gilden in de 'Gouden Eeuw
van Schiedam' een belangrijke rol. Daarover werd in eerdere uitgaven van Scyedam al uitvoe
rig geschreven. In dit kort bestek moeten hun activiteiten onbesproken blijven.
23
Bron: Drs. G. van der Feijst, De geschiedenis van Schiedam, 1975
f SCUII O\M .mi'11 I.S2II
Molenkaart van Schiedam anno 1820 naar de oudste kadastrale kaart 1866)