De aktiviteiten van de rederijkers namen weliswaar in de tweede helft van de 17e eeuw af, maar in Schiedam wordt in het begin van de 18e eeuw nog een rederijkersfeest georganiseert De diverse kamers werden uitgenodigd 'te komen tot Schiedam, met Trom, Blasoen en Vaen ten huyse van Pieter van Leeuwenschilt op het Nieuwwerck op varckensmarktsdag zijnde woensdag den 28 October 1705'. Van Leeuwenschilt was herbergier van beroep. Nog eenmaal vernemen we van de Schiedamse rederijkers, n.l. uit een bericht van deelname aan een bijeenkomst in Noordwijk in 1709. DICHTGENOOTSCHAPPEN Tegen het eind van de achttiende eeuw onstonden er in diverse steden in Nederland dichtge nootschappen. In Schiedam werd omstreeks 1775 opgericht het genootschap "Vlijt Volmaakt". Het genootschap heeft de negentiende eeuw niet gehaald en dus niet lang bestaan. Het aantal leden was gering. De leden maakten gedichten en, zo meldden zij, 'beschaefden dezelven, naer onze kundigheid in Tael en Poëzije, gedurende de snipperuren onzer gewoone bezigheden'. In 1781 geven zij hun eerste en enige dichtbundel uit waarvan een niet bij name bekend recen- cent schreef: "Naar uitwyzen deezer verzamelinge bestaat het Genootschap uit Leden, die, zonder hen juist tot Dichters van de eersten rang te verheffen, wel gezegd mogen worden, den Leden van andere Dichterlyke Genootschappen in ons Vaderland, over het algemeen, te evenaaren". KLANKEN OVER DE STAD De toegenomen welvaart van Schiedam komt ook tot uitdrukking als in 1784 de burgemeester de heren van de vroedschap in overweging geven een nieuwe beiaard aan te schaffen. Zij waren van mening dat de muziek van een klokkenspel in staat was een aangename en vrolijke melodie over de stad te doen klinken. Begin 1786 wordt opdracht verstrekt tot het leveren van een carillon met 35 klokken aan A.J. van den Gheijn, klokkengieter van het hof te Brussel en organist van de parochiale kerk van St. Michiel binnen de stad Leuven. Uiteindelijk werd het een beiaard met 38 klokken omdat de Gheijn er drie kleine klokken als geschenk aan toevoegde. In de loop van 1787 wordt het carillon in de toren geplaatst en strooit sindsdien op gezette tijden de klanken over de stad uit. 33 •ft Bronnen: Cees van der Geer, Schiedam, De geschiedenis van onze stad, hfst. 13, uitgave: Historische Vereniging Schiedam 1980 Schiedamse schilders in de Gouden Eeuw, uitgave: Stedelijk Museum Schiedam A. v.d. Poest Clement, Uit het verleden van Schiedam, uitgave: Gemeente Archief Schiedam 1985 Josine Bokhoven, Schiedams kunstbezit, Scyedam, apr/'mei 1976 H. van der Linden, De Schiedamse rederijkerij, Scyedam, aug 1983 J. Noordegraaf, Het Schiedamse genootschap Vlijt volmaakt, Scyedam, mrt 1984, Twee eeuwen Schiedams Carillon, uitgave Gemeente Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1997 | | pagina 33