schilderkunst die kon gedijen vanwege de economische groei. In tegenstelling tot kunstenaars in andere Europese landen werkten de Nederlandse kunstenaars vooral voor de markt en niet voor individuele opdrachtgevers. Dit betekent dat de positie van Nederlandse schilders tegen over hun beschermheren geheel anders was dan het normale patroon in Europa liet zien. In Nederland was geen monarchie, geen machtige adel en geen sterke katholieke kerk. De kunst voldeed aan de wensen van een grote bevolkingsgroep en niet alleen aan de wensen van een kleine ontwikkelde en gecultiveerde elite. De vraag ging uit naar schilderijen die in een woonruimte niet stoorden. Bijzonder aan de Nederlandse situatie was dat bij officiële opdrachten weinig om propagandis tische bombast werd gevraagd. De groepsportretten die werden geschilderd moesten vooral in de smaak vallen bij de afgebeelde personen en waren niet zozeer bedoeld om indruk te maken op het grote publiek. Het waren min of meer realistische documenten. In de loop van de zeventiende eeuw veranderde dit, ingeluid door de opdrachten voor het nieuwe stadhuis in Amsterdam. Omdat de regenten zich meer en meer bewust werden van hun apartheid en de oligarchieën uitgroeiden tot stedelijke aristocratieën nam de vraag naar realisme af en kwam de nadruk te liggen op sociale propaganda. Overigens moet hier worden benadrukt dat de regentie die normaliter op groepsportretten worden afgebeeld, figuren waren van de tweede rang. Er zijn geen schilderijen bewaard gebleven van de vroedschappen of zelfs van de colleges van burgemeesters van een der stemhebbende steden in Holland, ook niet van Schiedam. De regenten hadden er kennelijk weinig behoefte aan zich als groep te laten afbeelden. Als deze machtige en rijke lieden zich lieten schilderen deden zij dat alleen met hun gezin. De tentoonstelling is grotendeels en in principe gebaseerd op voorwerpen uit de eigen collec tie. De objecten zijn qua aard sterk gevarieerd en belichten zowel 'high' als 'low culture' (zoals oorkonden, insignes, sier- en kunstvoorwerpen, respectievelijk dagelijks eet- en drinkgerei en gereedschappen). De zwaartepunten in de presentatie worden gevormd door enerzijds objecten die gerelateerd zijn aan handel en industrie en anderzijds aan het gezag en de notabelen, waar bij in de selectie de vraag naar een specifiek locale situatie als primaire richtlijn wordt gehan teerd. Met de tentoonstelling worden impressies gegeven van de typerende aspecten en sferen van het leven in Schiedam in de zeventiende en achttiende eeuw. Er wordt dus geen compleet beeld gepresenteerd. 6

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1997 | | pagina 6