van de grachten aangewezen. Ten eerste was er een groot aantal welputten en was er het water
van de Maas. Daan van der Zee vertelt hier over in zijn boek Oud - Schiedam (1961) betref
fend het midden van de vorige eeuw:"Er was geen riolering" "Er was evenmin een water
leiding. Wel voer er een schuit door de sloten, die het uit de Maas gehaalde water aanbracht,
dat door de schipper per emmer werd verkocht, maar voor de allerarmsten was dat nog een te
grote weelde. Ik heb de Maaswaterschuit nog gekend in de negentiger jaren van de vorige
eeuw en weet nog dat de schipper van deze schuit in het Broersveld woonde." Overigens werd
eind juli 1886 Schiedamse waterleiding in bedrijf gesteld.
Bevolkingsontwikkeling
De keuren, verordeningen, hadden ten doel vervuiling tegen te gaan en verkeerd gedrag in dit
opzicht te voorkomen respectievelijk te corrigeren. Daar valt echter de groeiende problema
tiek niet alleen aan toe te schrijven. Ook de bevolkingsaanwas speelt een belangrijke rol.
Precieze aantallen inwoners zijn voor vroeger eeuwen niet altijd vast te stellen. Maar we kun
nen er wel van uitgaan dat deze als volgt zijn:
Vóór 1557 op ca. 3500. Daarna verloopt het als volgt:
Tot ver in de 19e eeuw ondergaat het Schiedams stedelijke bebouwingsgebied nauwelijks
belangrijke wijziging. De bevolkingsgroei werd derhalve voornamelijk opgevangen door
verdichting van de bebouwing. Door het bouwen op terreinen die vroeger in gebruik waren als
lijnbanen en op andere open plekken. Pogingen tot verbetering van het woon- en leefmilieu
zijn er in de tweede helft van de negentiende eeuw op diverse gebieden. Onder andere ten
aanzien van de woningbouw. In 1854 wordt - als eerste in Nederland - door de gemeenteraad
een bouwverordening vastgesteld die het pad moet effenen voor het verhogen van de woon
kwaliteit. Maar op het gebied van beheersing van de kwaliteit van het oppervlaktewater is men
er in die jaren nog niet uit. Een raadscommissie moet de zaak bestuderen.
Vervuiling oppervlaktewater, onderzoek commissie naar verbetering spuisysteem
De reden voor die opdracht zal zijn geweest dat men in 1856 kennelijk nog steeds mogelijkhe
den zag om het spui-systeem, dat berustte op de werking van eb en vloed, te verbeteren. Het
kwam er in hoofdzaak op neer dat met hoog tij, bij de Voor- en Buitenhaven water werd
ingelaten. Tegen de tijd dat het water in de Voorhaven bij eb z'n laagste punt had bereikt werd
de sluis weer geopend met de bedoeling dat het uitstromende water het vuil dat zich daarin
bevond naar de Maas afvoerde.
1632 op ca. 7500
1700 op ca. 9000
1730 op ca. 10000
1830 11588
1850 12786
1860 15167
1870 19274
1880 23035
1890 25533
1900 27126
11