Aan de raadscommissie werden twee vragen voorgelegd:
- welke zijn de oorzaken van de toenemende vervuiling van de havens, grachten en andere
wateren in de gemeente;
- welke middelen kunnen worden aangewend om hierin op de eenvoudigste en doelmatigste
wijze verbetering aan te brengen.
De commissie rapporteerde in 1860. Op de eerste vraag was het antwoord dat de groei van de
bevolking tot gevolg had dat toenemende hoeveelheden faecaliën en ander afval in het opper
vlaktewater terecht kwamen. Er waren voorts meer dieren, branderijen en mouterijen. Daarbij
waren vooral ook grote hoeveelheden gistwater - een afvalstof bij de gistbereiding - en bedor
ven gist grote boosdoeners. Verder was één der oorzaken de toename van vuil in het water van
de Schie, aangevoerd van buiten de stad en afgevoerd via Schiedam. Voor wat betreft de
tweede vraag zag men mogelijkheden door verbetering van het spuien door het inlaten van
méér Maaswater waarvoor, ter vermijding van een extra belasting van de Schie, een nieuw
kanaal moest worden gegraven. Het was de bedoeling om de Schie vanaf het Proveniershuis,,
via dat te graven kanaal door Mathenesse, langs die kant aan te sluiten op de Maas. Het
Hoogheemraadschap Schieland had bezwaar tegen het spuien van de havens en grachten in de
binnenstad door het inlaten van meer buitenwater. Dit omdat het reeds aanwezige vuil in de
Schie als het ware 'teruggestuwd' zou worden, reden waarom via het nieuwe kanaal de afvoer-
capaciteit moest worden vergroot. Na overleg gaf Schieland toestemming. De raad besloot in
1863 tot de aanleg van genoemd kanaal.
Het is curieus te noemen dat in 1869 bij behandeling van een raadsvoorstel tot demping van
de Broersvestgracht, blijkt dat men dit besluit had 'vergeten'... Of zag men er toch niet zoveel
heil in Of was men langzamerhand tot de conclusie gekomen dat dit systeem z'n tijd had
gehad omdat het effect van deze wijze van waterverversing op de grachten in de binnenstad te
gering zou zijn Het besluit was echter niet uitgevoerd en werd, zoals verderop in dit verhaal
zal blijken, in 1869 ingetrokken.
De watertoren in aanbouw
(Coll. GA Schiedam)
Industrialisatie en milieu
De economische ontwikkelingen in de tweede
helft van de negentiende eeuw hebben geleid tot
de eerder gesignaleerde bevolkingsgroei. De te
ruggang in de moutwijnbranche maakte het no
dig een meer gevarieerd bedrijvenpatroon te be
vorderen. In de jaren 1846/47 wordt 'de boot
gemist', door de hand op de knip te houden bij
een concessieaanvraag van de Hollandsche IJze
ren Spoorweg-Maatschappij. Deze wilde een
zijtak maken aan de spoorlijn, die zou lopen van
het station Schiedam naar de havenmond en aan
sluiting zou geven op een door de H.IJ.S.M. in te
12