op de Nederlandse televisie op 8 januari.
Van Gustave Flaubert, de schrijver van 'Madame Bovary' bezat Prins een brief. Prins had
bijna alles van Flaubert gelezen en bezat ook diens 'Oeuvres de jeunesse inédites' uit 1910. In
klad is nog een onvoltooid artikel van Prins over Flaubert's 'Saint Juliën FHospitalier' be
waard gebleven.
Bijdragen over Russische schrijvers voor het blad 'Nederland' van Prins werden begin 1885
door de toenmalige redacteur Smit Kleine (1845-1931) niet aangenomen.
De Franse acteur Henry Girard kwam in de jaren negentig steeds bij Prins op bezoek wanneer
hij met het 'Théatre Libre' in Duitsland op tournee was.
In mei 1894 werd Arij Prins door Lodewijk van Deyssel gevraagd om lid te worden van de
redactie van het internationale tijdschrift 'Artium Hortus', waarbij Van Deyssel en André
Jolles (voor Nederland), Verhaeren, Vermeylen, Elskamp en Materlinck (voor Vlaanderen).
Vieilé-Griffin en Mallermé (voor Frankrijk), Gray en
Ricketts (voor Engeland) en enkele Duitsers de redactie
zouden gaan vormen. Prins voelde er wel voor, maar
uiteindelijk ging de uitgave van het tijdschrift niet door.
Prins' Nederlandse literaire vrienden
Uit onvrede met de bestaande literaire tijdschriften (o.a.
'De Gids') werd in 1885 het tijdschrift 'De Nieuwe
Gids' opgericht. Vlak na de oprichting van het tijd
schrift had Arij Prins met de redactie gepraat in het huis
van de secretaris Willem Paap (1856-1923) aan de
Stadhouderskade in Amsterdam. Paap haalde Prins op
van het station in Amsterdam en ging in de middag met
hem naar het museum. "Bij Netscher had ik Willem
Paap ontmoet, door wien 'k in Amsterdam kennismaak-
Lodewijk van Deyssel te met Kloos en Van Deyssel. Ik trof er verder Erens,
(K.J.L. Alberdingk Thym) Van Eeden, Verwey, Van Deventer... En als 'k met
Kerstvacantie in Holland kwam, waren we alle jaren zoo
enkele dagen samen" zei Prins zelf. Als Prins in de kersttijd overkwam, werden alle vrienden
bijeengetrommeld voor een soort reünie, die een heel gezellig karakter droeg. Men ging eerst
gezamenlijk uit en vervolgens bleef men nog lange tijd bij iemand thuis bijeen. Dan lazen ze
eikaars werk voor, werd er gepraat over literatuur en kunst tot diep in de nacht. Willem Kloos
(1859-1938) was het langst redacteur van 'De Nieuwe Gids', en met hem was de correspon
dentie hoofdzakelijk over publicaties. Met Van Deyssel (K.J.L. Alberdingk Thijm; 1864-
1952) correspondeerde Prins al vanaf 27 november 1882 tot aan 6 juli 1912. De brieven zijn
in 1971 gepubliceerd. Van Deyssel was de persoon waarmee Prins het meest contact had in
zijn Hamburgse periode. In de winter van 1889 bracht Prins een bezoek aan Van Deyssel in
het Belgische Houffalize, terwijl Van Deyssel meerder malen in Hamburg op bezoek is
geweest.
Frans Erens (1857-1935) was jurist en medewerker aan 'De Nieuwe Gids'. De arts Frederik
26