HET KOOPMANSHUIS LANGE NIEUWSTRAAT 101 J. van Stigt Thans Het koopmanshuis Lange Nieuwstraat 101 werd in 1856 gebouwd en is een van de meest monumentale huizen van de stad. Door gewijzigd gebruik is het pand in de loop der tijd vooral inwendig gedeeltelijk aangetast. Ook de tijd had het pand geen goed gedaan. De huidige eigenaar heeft na aankoop een verantwoord restauratieplan opgesteld. De inzet bij deze belangrijke restauratie, maar vooral de drang om het koopmanshuis Lange Nieuwstraat 101 in volledig oorspronkelijke staat te restaureren, zijn voor de Historische Vereniging Schiedam reden om de heer en mevrouw J. van Stigt Thans te eren met de toe kenning van het 'Scidam '-schildje, met bijbehorende oorkonde. Geschiedenis De geschiedenis van het pand Lange Nieuwstraat 101 begint op 24 september 1855, wanneer Adrianus Knappert en Hendrik Willem Roelants "een stuk opengrond en sloot met eene op dien grond gebouwde konijnenteelderij en erve" verkopen aan Jan Loopuyt, korenwijnstoker, distillateur en koopman. Loopuyt, die naast bovenvermelde beroepen ook nog wethouder in Schiedam geweest is, werd op 13 oktober 1822 geboren als zoon van Mr. Pieter Loopuyt, stichter van de Schiedamse Bank P. Loopuyt Co en lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, en Cornelia Mathilda van der Palm. Op 21 november 1855 zou Jan Loopuyt trouwen met Maria van Zwijndregt, waarbij hij zich voorgenomen moet hebben een waardig huis voor haar te bouwen, waarin genoeg ruimte moest zijn voor een flink aantal kinderen. Uiteindelijk zouden zeven kinderen hun jeugdjaren in het pand doorbrengen. Op 12 april 1856 werd de bouwtekening door de Gemeentearchitect van Schiedam goedge keurd, waarna de bouw kon beginnen. Helaas is tot op heden nog niet achterhaald wie de ontwerper van het pand is geweest en welke vaklieden aan het pand hebben gewerkt. Nadat Jan Loopuyt op 2 juni 1894 is overleden, komt Maria van Zwijndregt op 18 april 1913 te overlijden. Vervolgens wordt het pand op 6 februari 1914 door de erfgenamen verkocht aan de Rotter- damsche Bankvereeniging die er een bankfiliaal zal vestigen. Hiertoe wordt de begane grond verbouwd, waarbij onder andere een verlaagd plafond wordt aangebracht onder de meeste zeer rijk gedecoreerde stucplafonds. (Leve de vooruitgang!) Gelukkig worden de plafonds met respect voor het stucwerk aangebracht. In de kelder wordt een grote Lipskluis geplaatst, en worden er diverse couponkamertjes aangebracht. De afwerking vindt plaats met gebruikmaking van teakhout waardoor het geheel enigszins de uitstraling van een scheepsinterieur krijgt. Op zich niet verwonderlijk, gelet op het grote aantal scheepstimmerlieden dat rond de eeuwwisseling in Schiedam werkzaam was. De bovenverdiepingen worden ingeruimd als woonruimte voor de filiaaldirecteur. 124

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1998 | | pagina 4