De bouw van grote schepen ging na de
oorlog allengs op een andere manier
plaatsvinden. Het bouwen van een schip
gebeurde dan niet meer geheel op de
scheepshelling, maar vond voor een
groot deel plaats in een enorme bouw
hal. De in die hal vervaardigde stukken
(secties) werden dan met een enorme
hijsinstallatie naar de helling gebracht
en daar tot één schip samengevoegd. Er
werden voor dit doel veel en zeer dikke
staaldraadstroppen gemaakt. Dikten van
veertig millimeter waren geen uitzonde
ring.
Bij de scheepswerven had Mak o.a. bij
Gusto de hijskranen in onderhoud. Eens
in het halfjaar moesten alle draden
gecontroleerd worden. Als er draden
vervangen moesten worden, gebeurde
dat na werktijd. Desnoods werd er, zo-
als gezegd, 's nachts doorgewerkt, want
Arte Mak aan het splitsen van staaldraad. Aan
het eind van de draad werd een lus gemaakt de volgende ochtend moest de kraan
zodat je met de draad (strop) kon hijsen. weer gebruikt worden.
Voor de industrie maakte de firma con
structiegordijnen en montage- en regen
tenten, voor de kolendragers kapzakken, voor diverse andere zaken voorschoten en ten
behoeve van de chocoladefabrieken de transportbanden. De ziekenhuizen werden
voorzien van waszakken en brancards. Weer een andere klant was Rijkswaterstaat, die
in de na-oorlogse periode regelmatig zogenaamde leguanen bestelde. Dat waren de
aan de voorstevens van grote werkboten aan te brengen, van touw gevlochten, stoot
kussens.
Tot slot mag niet onvermeld blijven dat vele groenteboeren, melkboeren en bakkers in
Schiedam klant waren bij Mak. Zij kochten paardendekjes en kleden om de handels
waren op de wagens af te dekken.
In de jaren vijftig en daarna ging de zaak in toenemende mate aan particulieren leve
ren. De grotere welvaart vormde hiervan de achtergrond. De mensen waren zuinig op
hun met moeite van hun spaarcenten gekochte bromfietsen en auto's. Zij schaften zich
daarom een hoes aan om deze vervoermiddelen tegen weersinvloeden en beschadi-
173