m n m bewegingsarm en meer dan nu onderworpen aan allerlei statusverschillen. Schiedam liep echter in zijn ontwikkeling op dit terrein aardig voorop in de stedenrij. In 1750 vinden we in de stadsstukken weer een nieuw feno meen: 'de opsiender en snoeijer van stadsbomen en planta- gie (nog net niet de sjieke Plantage langs de Tuinlaan). In 1766 legden ene Horsman en de stadsaardewerkers de Plantage aan, een bewust aangelegd groen lint waar je niet alleen langs maar ook dóór kunt wandelen. Het werd even tjes deftig in het stadje! Tot in 1800 er danig de klad in kwam. De Franse 'bevrijding' heeft hier niet veel goeds ge bracht. Een derde van de molens, mouterijen en fabrieken ging op de fles. Het aantal aardewerkers-uren in gemeente dienst werd botweg gehalveerd. De Plantage kreeg daardoor veel achterstallig onderhoud. De bomen leverden met hun houtproductie niet zoveel op als het onderhoud wel kostte, dus opruimen. Gelukkig laat Schiedam de plantsoenen niet schieten. In 1850 wordt opzichter L. Lerooy aangesteld over 'plantagie, baggerwerken en wandelwegen'. Als je de stadsplannen voor Schiedam ziet van 1900 of ook het 'Memorandum over de stedebouwkundige ontwikkeling van Schiedam' van vlak na de oorlog, dan tref je verspreid over de stad allerlei buurtparkjes, wijkparken, stadsparken, sportcomplexen aan (Sterrebos 1908). Aan groengordels dacht men nog niet. Toch werden groenbanen meer en meer noodzakelijk, om 1. natuur, dus planten en dieren de bebouwingsgebieden te laten binnendringen; 2. de stadswijken niet aan elkaar te laten koeken tot één brei van straten en woonblokken; 3. verbindingen tot stand te brengen tussen kleine en grote parken, waardoor deze niet geïsoleerd liggen; 4. aantrekkelijke recreatieve routes vanuit de bebouwing naar 'buiten' tot stand te brengen. Goede groene linten moeten dus aan deze vier eisen vol doen. Lanen met een bomenrij zijn zeker niet te waarderen als groencorridor, daarvoor zijn de aaneengesloten elementen, struiken, grasbanen, kruiden en het liefst ook waterpartijen nodig as

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1998 | | pagina 21