door arbeid getekende handen gold als toegangsbewijs voor het hiernamaals. Het gezinsleven was sterk verweven met de arbeid in de zaak. De oudste vier kinderen werkten mee in de zaak. Moeder combineerde het draaiend houden van het gezin met de opvoeding van de kinderen en met het werken in de zaak. Zij was de steunpilaar voor Jacobus. Vele jaren werkte ook Jacobus' oudste broer Arie, die alleenstaand was, in de zaak mee. Jacobus noemde zijn zesde kind naar deze broer, die nog steeds in de familie voortleeft als een markante persoonlijkheid. Gezien de geloofsovertuiging, die overigens niet als een streng regime aan de kinderen werd opgelegd, werd echter op zondag uitdrukkelijk niet gewerkt. Er zijn daarop twee, door de omstandigheden afgedwongen, uitzonderingen geweest. De eerste was op een zondag in mei 1940. De nog overeind staande muren van de verwoeste binnenstad in Rotterdam dienden om veiligheidsredenen zo snel mogelijk neergehaald te worden. Alles wat in de wijde omgeving van Rotterdam aan staaldraad voorhanden was, werd door de gemeente Rotterdam opgekocht. Ook een deel van de voorraad van de firma Mak moest op die bewuste zondag voor verzending gereed gemaakt worden. De tweede keer was met de stormvloed van 1953. In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari was het hele gezin tot 04.00 in de weer om met vloedplanken en andere middelen het steeds maar stijgende water tegen te houden. Doch helaas tever geefs. De dijken in de omgeving van de Voorhaven konden ternauwernood voorkomen dat het water bezit zou nemen van de Gorzen en aangrenzende stadsgedeelten. Ook de buitensluis bleek nog maar net bestand tegen de watermassa en moest uit voorzorg met zandzakken worden verhoogd. Het snel wassende water werd echter bij het Hoofdplein over de Havendijk gestuwd. Het bereikte zodoende de lager gelegen souterrains van de aan de Rijn- en Lekstraat gelegen woningen. De panden aan de Hoofdstraat werden dus ook aan de achterzijde door de watervloed bedreigd. Toen het water zowel aan de voor- als achterzijde het huis binnendrong om tot 3,5 meter hoogte te stijgen, moesten zoveel mogelijk spullen naar boven gesjouwd worden. Het lukte echter niet om alles te redden. Alle staaldraad was verwoest. Ook een deel van het archief en de boekhouding was onherstelbaar beschadigd. Er volgde een week van keihard werken om alles zoveel mogelijk schoon en droog te maken en de hele boel weer enigszins op orde te krijgen. Natuurlijk was er ook een behoorlijk financiële strop. De waarde die Jacobus aan het begrip arbeid toekende had ook tot gevolg dat hij na zijn vijfenzestigste verjaardag gewoon bleef doorwerken. Ook daaraan is nog een anekdote verbonden. In het jaar dat Jacobus vijfenzestig werd, werden voor een nieuw Indonesisch schip zonnetenten vervaardigd. Bij het aanbrengen daarvan maakte Jacobus een val en kwam op een vijf meter lager gelegen dek terecht. Dit ongeluk had een ziekenhuisverblijf van vijf maanden tot gevolg. Voor iedere meter val één maand! 168

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1998 | | pagina 8