Overigens moet bij dit alles opgemerkt worden dat Jacobus een vakman was, die als
zeilmaker en als scheepstuiger uitblonk. Bovendien was hij een nauwkeurig leermees
ter voor zijn personeel en voor zijn kinderen.
De bedrijfspanden
Twee van Jacobus' zonen, Catrinus (1924) en Arie (1930) vertelden ons over de
laatste periode van de zeilmakerij. Deze was eerst nog aan het Hoofd gevestigd (de
panden aan de Hoofdstraat 91 en 93 en vanaf 1957 ook nummer 97) en later op de
Hoogstraat en de Lange Haven. Catrinus werkte vanaf september 1938 in de zaak
nadat hij de zevende klas van de lagere school tweemaal had gedaan, omdat het niet
toegestaan was voor je veertiende jaar te gaan werken. Hij heeft zijn hele beroepsma
tig bestaan verder in het bedrijf doorgebracht. Dat was allereerst in de zaak aan het
Hoofd. In 1947 werd de zaak Lange Kerkstraat 72 van Hendrik Mak, een achterneef,
overgenomen. Daarin verkocht men vooral camping- en watersportartikelen. Catrinus
werkte daar tot 1950. In laatstgenoemd jaar kwam hij weer terug in het bedrijf aan het
Hoofd om daar de leiding op zich te nemen. De werkzaamheden in de zaak aan de
Lange Kerkstraat werden de eerste jaren verricht door zus Cathrien en later door een
kracht van buiten.
169
Hoogwater in de Hoofdstraat.