begonnen. De speeltafel werd opgeborgen in de kelder van Huize Frankeland, de pijpen op
de zolder van het stadhuis en de rest op de zolder van Huize Sint Liduina. Een extra hindernis
moest worden genomen toen, onvoorzien, werd besloten om ook Huize Sint Liduina te
slopen. Alles wat daar lag opgeslagen moest weer tijdelijk elders heen.
Intussen was men in de kelder van Huize Frankeland begonnen met een grondige renovatie
van het orgel. Na de opknapbeurt werden de relais-kasten en windladen stofdicht verpakt in
triplex kisten. Deze onderdelen van het zogeheten 'regeerwerk' binnen het orgel, kunnen door
middel van op juiste lengte gebrachte kabels die voorzien zijn van praktische 'multipin-
connectors' snel in elkaar worden gezet. Een andere verbetering was het vervangen van de
oorspronkelijke houten verstekverbindingen voor de luchttoevoer door kunststof pijp.
Het Passageorgel stond in vakkringen bekend als een Standaart 3/10 (3 klavieren/manualen
en 10 rijen pijpen), dit werd nu uitgebreid tot een 3/11. Aan de oorspronkelijke (overigens
ongewijzigde) dispositie werd een trompetregister toegevoegd.
Maar ook aan de renovatie kwam een eind en toen het nieuwe theater eind 1997 zover gereed
was, kon een begin kon worden gemaakt om het orgel, met alle echte muziekinstrumenten
zoals meer dan duizend pijpen, trommels, klokkenspel, xylofoon, enz., weer op te bouwen.
Bij de theaterbouw was al met alles rekening gehouden zoals orgelkamers en een lift naar de
orkestbak waar de speeltafel netjes wordt opgeborgen.
90
Opslag van orgeldelen op de zolder van Huize Liduina, in de periode 1994-1997
(Foto: R.IV. Poets, april 1997)