zijn moet, en dat door dit alles deze Stad tot een rijkdom gedegen is, die men in geene der overige Steden naar evenredigheid ontdekken zal? Van hier, dat ook de Stedelijke Lasten ten tijde van Schiedams bloei en welvaartaldaarin vergelijking van die der overige Stedenonbeduidend warenen dat het getal der Huizen en Ingezetenen aldaar, langs hoe meer toenam, ten zelfden tijde dat het in andere Steden allengs ver minderde. Want, daar in het begin der iö4 Eeuwe, niet meerder dan 470 Haardlleden geteld werden, daar beliep in het jaar 163a het getal der Huizen 1378. Toen eene Eeuw laater het getal weder opgenomen werdtwas het 1504het welk fints nog ver meerderd is, zoo ook dat der Koornmolens, welken toen 9 opleverde, en thans nog vermeerderd is door den aanbouw van eem'ge Nieuwen, die allen op de Wallen der Stad ftaan. Op foortgelijke wijze ging het ook met het getal der Inwooneren, dat in 1732 nog geen 8oco beliep, en bij de volkstelling in 1795, tot 9111 gedegen was, die 'er allen een ruim beftaan vinden, niet alleen in de veele Branderijen en Graanmagazijnen maar ook in de KoperjlagerijenKuiperijen, Smederijen, Schsepmaakerijenen voorts bij het exerceeren van andere Handwerken aan zulk eenen uitgebreidden Handel verbonden. De menigte van Vreemdelingen, bijzonder der Engelfchen, welken hier een verbazend getal Kooien aanvoeren, om in de Branderijen gebruikt te worden, ook het Scheepsvolk van de Oostzeeyaardersen andere Natiën(en welken zich veelal langs de uitgeftrekt- heid der Havenof aan boord van hunne Schepen onthoudengevoegd bij het getal der vaste Inwooneren, verfchafc aan veele Neringdoenden al mede geen gering vertieren draagt niet weinig bij tot den algemeenen welvaartwelken allerwegen zichtbaar is. Wij hebben (onzes bedunkens) genoeg gezegt, om deze Stad en Haven onzes Vader lands te doen kennen, en fchoon het niet te ontkennen is, dat de oude voorfpoed ook aldaar, fints den ongelukkigen toeftand waar in de Republiek gebragtis, (en waar van men zich ook aldaar in den beginne der Troubelen, gouden bergen beloofde) merkelijk verminderd is geworden, derwijze zelfs, dat deze Stad al mede als alle anderen tot het heffen van buitengewoone middelen van Finantie heeft moeten overgaan, zoq lijdt hec geen bedenking, of Schiedam zal bij een gunfliger lotwisfel, meer .dan eenige andere Stad, gelegenheid vinden, om dit verlies te herftellen, en tot de oude welvaart weder te keeren, het welk wij aan deszelfs Inwooneren van heeler harte toewenfehen. 182

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1999 | | pagina 30