NIEUWE UITGAVEN
In glas verpakt - kunst, kitsch en koopmanschap. Johan Soetens,
Uitgave: De Bataafsche Leeuw :ISBN 90.6707.510.8. Prijs 95,00.
In dit onlangs verschenen boek gaat Johan Soetens in op bijna alle aspecten van het glas
als verpakking. Van het gewone gebruikersglas als flessen en potjes, dat later veelal in de
glasbak beland. Maar op een aanstekelijke wijze verhaalt hij ook over bijvoorbeeld wijn
flessen, van enkele eeuwen terug tot aan de huidige fles; van standaardfles tot aan de fraai
ontworpen lichtgewicht fles, waarin fles met etiket en inhoud samen de sfeer van het
product oproepen. Weet u dat de beroemde Coca Cola fles gewoon is ontworpen door twee
werknemers van een glasfabriek, zich voor de contour baserend op een cacao-boon, omdat
ze geen cola-noot afbeelding hadden? Zo staat het boek vol verhalen. Ligner vond niet
alleen een eeuw geleden het mondwater Odol uit, maakte dat, als een van de eersten een
echt merkartikel, en bedacht ook dat de fles de monding opzij moest hebben. Soetens
behandelt ook de fabricagemethoden van deze fles, want ook dit is een onderdeel van het
boek: flesafsluitingen en glasfabricage-machines. Door het hele boek heen merk je dat de
auteur niet alleen gefascineerd is door de vormen en de mogelijkheden van glas als verpak
kingsmateriaal vanaf de oudheid tot in onze dagen, evenzeer proefje de bewondering voor
de mensen, die het maken. De glasblazer en zijn helpers, die in lange dagen het gloeiend
hete glas moeten vormgeven voor een schamel loon. Maar ook voor de ontwerpers. De
namen zijn bekend: A.D. Copier (Gilde-glas), Meydam, Jac. Jongert en zoveel anderen. De
grote stimulator voor een goed ontwerp voor glas voor dagelijks gebruik was de directeur
van de Glasfabriek in Leerdam: P.M. Cochius. Hij maakte "Leerdam" tot een begrip. Maar
dezelfde man was mede-verantwoordelijk voor verkeerde investeringen, moest in 1933
vertrekken en de fabriek dreigde in 1935 failliet te gaan. Een belangrijke klant, in het
eigen belang voor regelmatige toelevering, betaalde tijdelijk de arbeidslonen, de Leerdamse
middenstand bood 100.000,00 en in de kerk werd een bidstond gehouden voor behoud
van de fabriek. Kort na 1900 kwamen de eerste glasmachines op de markt, zodat na
eeuwen er geen glasblazers meer nodig waren. Interessant is de stelling, dat niet zozeer het
Kinderwetje van van Houten, maar de verdergaande mechanisatie de kinderarbeid heeft
uitgebannen. In Schiedam werd in 1853 de eerste glasblazerij opgericht aan de Buitenha
venweg. In 1897 kwam er een tweede: "De Schie", gelegen naast de bestaande, waarin de
distillateurs De Kuyper en Loopuyt zaten. In Schiedam kwamen in korte tijd nog vier
fabrieken van distillateurs, die echter na 1920 alle weer verdwijnen. Opmerkelijk is dat van
deze fabrieken eigenlijk zo weinig bekend is. "De Schie" ging bijna failliet en werd overge
nomen door de Vereenigde Glasfabrieken en het hoofdkantoor werd toen in Schiedam
gevestigd. Een boek, dat zo breed en deskundig op glas ingaat, is nog nooit in Nederland
verschenen en zoiets zal wel voorlopig niet weer verschijnen. Zitten er dan geen onvolko
menheden in Er zijn wat slordigheden in de tekst, afbeeldingen soms wat donkerder
afgedrukt en niet altijd consequente schrijfwijze van eigennamen. En als op bladzijde 276
het jenever maken wordt beschreven, dat gaat de schrijver in de fout door het vergistte
33