DE SCHIEDAMSE FAMILIE LOOPUYT
Ph.C.J. Swinkels
In dit nummer vervolgen wij de geschiedenis van de familie Loopuyt. Het eerste deel
verscheen in Scyedam nr. 5 van december 1999. Met Jan Loopuyt (1761 -1846), over wie
al iets is verteld, gaan wij verder.
De auteur baseert zijn verhalen gedeeltelijk op de gevoerde correspondentie en geeft
daarbij ook nog interessante achtergronden van het postwezen in de 19e eeuw.
Napoleon, de machtigste persoon in Europa, maakte zijn broer Lodewijk koning van
Holland. In 1810 werd dit koninkrijk ingelijfd bij het keizerrijk Frankrijk. Van groot
belang gedurende de Franse tijd was de centrale en goed geregelde behandeling van de
post in Europa. Ook de door Napoleon aangelegde wegen zouden voor wel honderd jaar
een verbetering van de verbindingen over land betekenen.
De uitgebreide correspondentie, die Jan Loopuyt voerde, was een kostbare investering in
een relatie-netwerk, dat zich steeds verder uitbreidde. Brieven ontvangen was vroeger een
dure aangelegenheid, want als regel betaalde de ontvanger de port, die afhankelijk was
van gewicht en afstand. Vanuit Deifshaven kostte een brief 2 stuivers, vanuit Amsterdam
3 en vanuit Groningen 7 stuivers, een bedrag waarvoor een arbeider een halve dag zou
moeten werken.
Jan Loopuyt treedt na de dood in 1809 van de weduwe van Leonardus Den Beer, oud
burgemeester vam Schiedam, Heer van Nieuwland, Korteland en 's-Graveland, op als
afwikkelaar van de nalatenschap. Voor de niet-Schiedammers: 's-Graveland ligt niet bij
Hilversum en Korteland niet in Zeeland, maar hier is sprake van drie polders, vlak bij de
wallen van het oude Schiedam. De 's-Gravelandseweg en Kortlandstraat in Schiedam
herinneren aan deze oude polders. Deze heerlijkheden waren in 1697 door de stad Schie
dam gekocht van de ambachtsheer van Kethel en de titel van ambachtsheer ging dus na
zijn dood op 9 maart 1806 over naar de volgende burgemeester en niet naar de erfgena
men van burgemeester Den Beer. De rijkdom van de burgemeester Den Beer bleek
enigszins tegen te vallen, zodat zijn weduwe zich genoodzaakt zag beroep te doen op haar
Recht van Boedelbeschrjving.
Met de liquidatie van de erfenis werden twee makelaars belast, de heren Hermanus van
Bol'es en Jan Loopuyt. Na een halfjaar wisten zij de buitenplaats Rustenburg van wijlen
de heer Den Beer te verkopen aan de heer Jacobus Tromer uit Rhoon. Ondertussen maak
ten de erfgenamen het de executeurs niet gemakkelijk, want de oudste zoon had schulden
en drong aan op uitbetaling. Bol'es had weinig zin in deze zaken en zond alles geregeld
door naar zijn collega, zodat er nu een dossier van is in het Loopuyt-archief.
Mevr. Den Beer was geboren te Schiedam als Wilhelmina Carolina Pielat en haar
4