in de Geervlietsestraat overvallen door vier mannen, twee van hen zijn gekleed in het uniform van de Duitse Kriegsmarine en één daarvan als onderofficier. De winkelier wordt eerst beschuldigd van zwarte handel en dan, onder bedreiging van een vuurwapen, be roofd. Vóór dat de daders de winkel verlaten, trekken twee mannen het Duitse uniform uit en gevieren verlaten ze het pand, als burger. Op 27 en 28 februari volgen weer van dit soort overvallen, steeds met mannen in Duitse uniformen die steeds de verdenking op zich laden geen Duitsers zijn. Nu zijn mensen in de Rozenburgsestraat en de Mariastraat het slachtoffer. Bij laatstgenoemde overval wordt zelfs een auto gebruikt - en benzine was erg schaars! - om 10 gestolen mandflessen met drank te vervoeren. Ook nu ontkomen de daders. In maart 1945 worden meer dan dertig inbraken en overvallen op distilleerderijen en drankopslagplaatsen gepleegd. Een gemiddelde van één per dag! en in totaal wordt er meer dan 7600 liter gedistilleerd gestolen. In het politierapport van 24 maart wordt voor het eerst de naam Peter Streuvel (sic) ge noemd. Hij zou op de Vlaardingerdijk wonen. De Duitsers jagen ook op de dief en kennelijk zijn ze op de een of andere manier van dat adres en de mogelijke dader op de hoogte gesteld. Ze gaan er op af.*) Ze gooien eerst een handgranaat naar binnen en schieten daarna met geweren het huis in. Als er geen reactie volgt gaan ze naar binnen en doen huiszoeking. Ze vinden een grote hoeveelheid alcohol houdende dranken en nemen die mee. Daarna vertrekken ze. Peter Streuvels was niet in het huis en kennelijk niet geïntimideerd. Vier dagen later, op 28 maart 1945, lopen de wachtmeesters van politie Nouwt en Kra mers in de Hoofdstraat. Plotseling komt er een persoon in Duits uniform op ze af en worden ze onder bedreiging van een vuurwapen gesommeerd stil te blijven staan. Terwijl ze niets kunnen doen zien ze verderop een auto van de Duitse Weermacht staan waarop (in de laadbak) een vat ligt. Dat vat is, zoals beide politiemannen later op het bureau verklaren, vermoedelijk afkomstig geweest is van de firma Nolet waar de auto voor de deur stond. Ze zien na enige tijd de wagen met zijn vracht wegrijden in de richting van de Lange Nieuwstraat en misschien ging die wel langs het Hoofdbureau van Politie dat daar toen gevestigd was. Als de auto uit het zicht is mogen de politiemannen van de Duitser hun weg ongedeerd vervolgen. Die verdwijnt even plotseling als hij gekomen is en blijkt daarna onvindbaar. Ongeveer 4 uur later vraagt de heer G. Nolet, een van de directeuren van het bedrijf, aan de politie een dokter langs te sturen omdat in de distilleerderij aan de Hoofdstraat een van zijn bewakers "door rovers bewusteloos is geslagen" en hulp nodig heeft. Na onderzoek blijkt dat 7 a 8 mannen 600 liter spiritus a 96%, 300 liter a 52% en 180 liter oranjebitter buitgemaakt hebben. De heer Nolet zegt een dag later in zijn officiële verklaring aan de 42 Het is niet denkbeeldig, dat de toenmalige (Duitsgezinde) burgemeester D.G. Draaijer dit aan de Duitsers heeft doorgegeven. Hij kreeg kennelijk elke dag de politierapporten te lezen. Dat valt op te maken uit enkele opmerkingen en parafen die in het handschrift van de burgemeester aanwezig zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 6