herinneren. Zo iemand was HaverSchmidt8'. Ieder gebaar, iedere uitdrukking op zijn gezicht, waarin vriendelijkheid en weemoed om de voorrang streden, staan mij nog levendig voor de geest, als is het thans meer dan zestig jaar geleden sinds ik hem gekend heb. HaverSchmidt was een voortreffelijk spreker, misschien nog meer als Nuts- dan als kanselredenaar. De Nutsavonden9' in Schiedam waar HaverSchmidt optrad, waren evenementen, die stampvolle zalen trokken. Dan wist hij zijn toehoorders mee te slepen, ontroering te verwekken, die plotseling kon overslaan in een gulle lach. Altijd wist hij zijn onderwer pen in nieuwe, pakkende vormen te gieten. Zo weet10' ik, dat hij eens op een Nutsavond te Schiedam sprak over zijn vriend Piet Paaltjens en over diens gedicht "Aan Rika"11', het meisje waarop Piet verliefd was geraakt, toen hij, zelf reizend in een sneltrein, haar had zien zitten in de tegenkomende sneltrein! Dan verwijt hij haar: En waarom mij dan zoo voorbijgesneld, En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig oopgerukt, En om mijn hals uw armen vastgekneld, En op mijn mond uw lippen vastgedrukt? Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp? Maar Rika, wat kon zaalger voor mij zijn, Dan, onder helsch geratel en gestamp, Met u verplet te worden door één trein? HaverSchmidt vertelde, hoe hij het gedicht eens door een ander had horen voordragen met een langzame, galmende stem. "Maar", zo zeide hij, "ik heb Piet Paaltjens persoonlijk 8) Francois HaverSchmidt (1835-1894) was vanaf 1864 Hervormd predikant te Schiedam. Hij preekte zowel in de orthodoxe Grote Kerk (waar hij Visser doopte) als in de vrijzinnige vereniging Paulus aan de Korte Haven 25 (nu 125). Zijn grootste bekendheid kreeg hij als dichter van Snikken en Grimlachjes, zogenaamd geschreven door zijn alter ego Piet Paaltjens. 9' De nog steeds bestaande Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die ook in Schiedam een afdeling had, beoogde de bevordering van het welzijn van individu en gemeenschap. Daartoe werden onder andere lezingen georganiseerd op 'Nutsavonden' als deze. 10) Hoewel het niet is uitgesloten dat Visser in zijn jeugd een lezing van HaverSchmidt heeft bijgewoond, zal dit wel een verhaal zijn uit de tweede hand: toen de dichter/dominee overleed wasVisser nog maar elf jaar oud. 1'Aan Rika' is het tweede gedicht uit de afdeling 'Tijgerlelies' van Snikken en Grimlachjes. Visser citeert hier de laatste strofen, in deze editie (gecorrigeerd) weergegeven volgens de uitgave van Van Holkema Warendorf uit 1968. 82

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 10