heen en weer lopen als een tot een meedogenloze straf gedoemde. Een luguber beeld, 's
Mans dagtaak bestond in het heen en weer bewegen van een lange pompzwengel l6), een
zware ijzeren stang, die van de zoldering afhing en aan het einde voorzien was van een
massief gewicht. Lopend over een plank van een meter of vijf lengte duwde hij deze
zwengel van links naar rechts en omgekeerd op tot ongeveer zijn eigen hoogte, in schier
eindeloze herhaling. Het moet een zware arbeid geweest zijn, mogelijk niet zo zeer door
de krachtsinspanning, die er voor nodig was, als wel door het afstompende van deze
machinale heen-en-weer loop. Als domme kracht stond de pomper tot overmaat van
ellende op de onderste sport van de hiërarchische beroepsladder en werd dan ook het
slechtst betaald." Dat onder zulke omstandigheden de woningtoestanden volgens onze
huidige opvattingen alles te wensen overlieten, spreekt wel van zelf.
Een speciaal pleiziertje voor mij was, vooral toen ik in Rotterdam op school17' ging en
later toen ik in Schiedam reeds op kantoor zat, om 's avonds een ritje te maken op de
locomotief van de stoomtram, die de verbinding tussen Schiedam en Rotterdam onder
hield. Dat waren opwindende ritten! De machinist ging dan in een hoekje van de machine
een pijp roken, terwijl ik de tram met flinke vaart door de bochten liet slingeren. Ik heb de
afstand Delfshaven - Rode Hek (bij de ingang van Schiedam) binnen de vijf minuten
afgelegd, terwijl de normale rijtijd ongeveer... 12 minuten bedroeg. Ongetwijfeld een
recordrit, maar daar was dan ook een bijzondere oorzaak voor. Een der Schiedamse
jongelui was de trotse bezitter van de eerste motorfiets, die in onze stad verscheen. Hij
reed de tram steeds grif voorbij. Maar op een goede avond was de uitdagende motorrijder
even vóór ons uit Delfshaven vertrokken. "Doe er maar een extra schepje op" zei de
machinist. Dat deed ik dan ook, zó, dat ik op het laatste rechte stuk voor Schiedam de
motorrijder inhaalde en met glans passeerde, tot vermaak van de reizigers, die de wed
strijd in de gaten hadden. Eerst veel later heeft de berijder van de motorfiets vernomen wie
zijn concurrent was geweest. Al deze snelheidsritten hadden een gunstig verloop, totdat op
een avond een bekend Schiedams notabele, die met zijn paraplu tussen zijn knieën zat
dermate in de bocht voorover vloog, dat zijn regenscherm in tweeën brak. Het gevolg was
een hevig toeteren van de conducteur ten teken dat de tram moest stoppen, waarna hij het
dringend verzoek van de reizigers overbracht om langzamer te rijden.
16' Een dergelijke installatie is in Schiedam thans nog te zien in het Nederlands Gedistilleerd
Museum.
'7' Na de driejarige HBS in Schiedam volgde Visser in de cursusjaren 1897-'98 en 1898- 99 een
handelsopleiding aan het Instituut Esmeijer, met vestigingen aan de Westerstraat 7 en de Houtlaan
4 in Rotterdam. Het enige formele onderwijs dat Visser verder genoot was een serie colleges in de
geologie, die hij in 1913 volgde aan de universiteit van Genève. De doctorstitel werd hem in 1933
honoris causa verleend door de universiteit van Innsbruck, vanwege zijn publicaties over de
Karakoram-gletschers.
85