De eerste werkelijk belangrijke politieke opwinding in Schiedam ontstond door het be ruchte optreden van Troelstra 18) in November 1918, toen deze te kennen gaf, dat hij het de plicht der regering achtte om af te treden en de macht over te dragen aan de sociaal democraten; een wel zeer ondemocratische uiting voor deze voorvechter der democratie. Het was de eerste maal in mijn leven, dat ik plotseling in de politieke maalstroom werd meegesleurd. Ik kwam namelijk tot de overtuiging, dat ten opzichte van de revolutionnaire plannen van Troelstra een tegenactie noodzakelijk was, maar dan ook een tegenactie, welke van de gehele, goedgezinde bevolking diende uit te gaan. Toen ik er zeker van was, dat de liberalen en protestants-politieke groepen het eens waren, ging ik een voor mij wel zeer ongewoon bezoek afleggen, namelijk bij de deken van de Schiedamse Rooms-Katholieke geestelijkheid. De pastoor19' ontving mij joviaal en vrien delijk. Ik vroeg hem of de Katholieken bereid waren om in zake het Troelstra-incident met de overige goedgezinde burgerij van welke politieke richting en Godsdienst ook samen te werken. Blijkbaar was die mogelijkheid reeds door de Katholieke partijleiders onder ogen gezien, want het antwoord luidde onmiddellijk zonder enige reserve in ieder opzicht gunstig. De pastoor nodigde mij uit om in de grote bijeenkomst van zijn partij, welke op een der volgende avonden gehouden zou worden als spreker op te treden om onze plannen nader uit een te zetten en toe te lichten, een uitnodiging, die ik zonder aarzelen aanvaard de, al zou het dan ook een volmaakt nieuwe proefneming voor mij zijn. Zo stond ik dan op een avond voor een zaal, die tot de laatste plaats gevuld was met mensen, die onder gewone omstandigheden wellicht mijn politieke tegenstanders waren, doch die ik thans tot een gemeenschappelijk optreden diende aan te sporen. De vergade ring verliep naar wens en stemde onder toejuichingen in met het voorstel om te geraken tot de oprichting van een burgerwacht. Op verzoek van de burgemeester20' nam ik zitting in een commissie, die zich onder leiding van de reserve-majoor Van Gelder2" zou bezig houden met de organisatie van bedoelde instelling. Onmiddellijk werd de inschrijving opengesteld. Uit alle politieke partijen, met uitzondering van die der sociaal democraten en uit alle lagen van de maatschappij meld den zich de deelnemers aan. Zo werd de Schiedamse burgerwacht een der eerste, zo niet de eerste in Nederland. De burgerwacht is in Schiedam tot 1940 in stand gebleven en heeft toen in de bewogen Mei-dagen van dat jaar nog actief dienst gedaan. Daarna werd 18' p.J. Troelstra, aanvoerder van de SDAP, kondigde weliswaar in het parlement de revolutie aan, maar achteraf bleek dat daaraan geen feitelijke voorbereidingen ten grondslag hadden gelegen. Het kabinet Ruys de Beerenbrouck had dan ook weinig moeite de situatie meester te blijven. '9' Bedoeld zal zijn Henricus Verhoeven, die van 1902 tot 1920 pastoor was van de St. Jan de Doper. 2(" Burgemeester was destijds M.L. Honnerlage Grete. 21) N.W. van Gelder (1873-1945) had als majoor gediend in het voormalig Nederlands Oost-Indië. Van 1921 tot 1938 was hij directeur van de Schiedamse HBS, waar ook Visser was schoolgegaan. 86

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 14