DE OUDSTE SCHIEDAMSE METAALINDUSTRIE Wim Snikkers In het begin van de negentiende eeuw werd in Nederland steeds meer in de bouw gietijze ren onderdelen gebruikt. Immers men kon complexe vormen: ramen, dakgoten, roosters, waterbakken en hekjes vrij makkelijk in gietijzer gieten. Men kende natuurlijk al langere tijd het grove huishoudgoed als potten en pannen. Als men iets wil gieten maakt men eerst een model, in hout of ander makkelijk te bewerken stof. Dan wordt het model in een meerdelige "kist" samen met zand gedaan en het zand goed aangestampt. Enkele delen van de kist worden afgenomen, het model voorzichtig verwijderd en de delen weer teruggeplaatst. In de ontstane holte wordt nu heet, vloeibaar ijzer gegoten, dat na afkoeling de vorm van het model heeft aangenomen. Maar naast enkele gunstige eigenschappen: brandbestendig en ook niet zo corrosie-gevoe- lig had het een groot nadeel. Gietijzer is bros en kan geen trekkrachten opnemen en is niet te buigen. Na 1800 - 1830 kwam door een verbeterde fabricage-techniek een nieuw soort ijzer beschikbaar: weiijzer (ook wel puddelijzer genoemd). Dit was taai en buigzaam. Men kon dit met de toen beschikbare ovens wegens de hoge smelttemperatuur nog niet gieten, maar wel na in een vuur verhit te zijn in de gewenste vorm hameren en drukken. Afzonderlijke stukken konden ook in een stuk samengeweld worden. Dit gebeurde in een (grof)-smede- rij- Nederland kende in het oosten van het land enkele gieterijen. Zoals Nering, Bögel in Deventer, waar sinds 1756 het ter plaatse gedolven ijzeroer (erts) direct in een eigen hoogoven tot gietijzer verwerkte. Veel later zou dit bedrijf de eerste ijzeren ophaalbrug van Nederland leveren. In het begin van de negentiende eeuw waren gieterijen de enige min of meer industrieel georganiseerde bedrijven in ons land. Na 1835 kwamen in het westen een nieuw soort gieterijen op. Deze gebruikten uitsluitend uit het buitenland geïmporteerd hoogwaardig broodjes-ijzer. Dit produkt van hoogovenbedrijven in Engeland noemde men wel ijzer van de tweede gieting, een soort geraffineerd gietijzer. Dit broodjes-ijzer werd opnieuw in een vlam- of koepeloven gesmolten en gegoten in de definitieve vorm. Schiedam In 1838 behandelde de gemeenteraad een voorstel om "Werklieden in meergenoemde Ijzergieterij werkende, tot des avonds elf ure de Rotterdamsche poort zullen mogen binnenkomen zonder tot betaling van het poortgeld verpligt te zijn." De gieterij, waarvan 99

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 27