de loop van het jaar werd verkocht en van bestemming veranderde. Dit was voorzeker een groot verlies voor de nijverheid te noemen. De fabriek bestond 34 jaar en verschafte geregeld aan 80 personen voldoende en ruim beloond werk." Terwijl de K.v.K. nog een jaar eerder meldde, dat de fabriek druk werk had met goede resultaten. Maar zij kondigden toen al de naderende sluiting aan, maar hoopte dat de werkzaamheden ....in het belang van de nijverheid wederom spoedig wouden worden hervat." Maar helaas, op 18 maart 1870 werd de zaak in Musis Sacrum geveild met op 26 maart de afslag. De opbrengst van de "Ijzergieterij, smederij, fabriek van werktuigen, enz. was 15600,-. Wel bleef de molen "De Cycloop" in bedrijf, deze werkte voor drie Schiedamse branders en een uit Rotterdam en Utrecht met C. Nolet als direkteur. A. Nolet had vijfjaar eerder zich geassocieerd met vader en zoon Christie, die toen al een werf in Delfshaven hadden. Uit deze werf is later, na veel reorganisaties en naamswijzi gingen de "Rotterdamsche Droogdok Mij." ontstaan, een bedrijf dat nog bestaat. Maar na 1888 duikt toch nog een A. Nolet op in Schiedam, waarschijnlijk was dit dezelfde Antony Nolet en wel als direkteur van een nooit van de grond gekomen grote werf. Initia tiefnemers waren twee Belgen. Deze zou komen op een terrein, waar veel Schiedamse industrie-historie ligt. De lokatie, waar in 1835 werf "De Nijverheid" zich vestigde en in 1885 werd gesloten, mede omdat men de overgang van houten naar ijzeren schepen had gemaakt. Een gedeelte van dat terrein was toen al onderverhuurd, sinds 1876, aan een bedrijf dat eerst heette: Hendrik Anokkee, toen van Schie, Anokkee en van Zoelen en sinds 1880 van Schie Co. Dit bedrijf had een metaalgieterij, smederij en bouwde stoom ketels en ijzeren schepen. De in Schiedam bekende sleepboot "Mentor IV" is daar op 26 augustus 1881 te water gelaten. Maar het bedrijf kon de door de gemeente geëiste veel hogere pachtprijs niet betalen en toen gerechtelijke verwijdering dreigde is het bedrijf in 1887 opgeheven. Tenslotte werd het terrein veel later onderdeel van Werf Gusto, die van 1905 tot de sluiting in 1978 hier was gevestigd. Bronnen: A. Den Ouden, Een hoekstaal van de maatschappij. Stichting Nederlandse Staalbouw L.A. Abma, Geschiedenis van de Schiedamse familie Nolet. Oosterhout 1954 H. Schmitz, Schiedam in de tweede helft van de negentiende eeuw. Schiedam 1962 W. Snikkers, Werven in Schiedam. Artikel in Scyedam nr. 3 - 1990 Berichten in de Schiedamsche Courant en de Rotterdamsche Courant uit de besproken periode. 103

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 31