Strategie of de loop der dingen? Ruim vijfentwintig jaar na het vaststellen van het Binnenstadsplan van 1973 lijkt een doorbraak op handen. Is die verwachting terecht en heeft die doorbraak niet erg lang op zich laten wachten? Is er schade ontstaan en zijn er kansen verloren gegaan? Het zijn vragen die zich opdringen. Of de doorbraak komt zal nog moeten blijken. De economische ontwikkeling, de functio neel bredere (wonen, werken, cultuur, recreatie en beleven) en op kwaliteitsverbetering gerichte insteek, als ook de keuze voor binnenstadsherstel als onderdeel van een stedelijke aanpak scheppen in ieder geval gunstige voorwaarden. Of de doorbraak lang op zich heeft laten wachten kan gezien in de tijd bevestigend worden beantwoord, maar is dat niet als het wordt afgezet tegen de economisch en maatschappelijk moeilijke tijd, die de stad de laatste 20 a 25 jaar heeft gekend. Aan de ene kant veel verlies van werkgelegenheid, inwoners, koopkracht en maatschappelijke dynamiek, terwijl aan de andere kant toene mende mobiliteit en schaal-vergroting de concurrentie binnen de regio versterken. Dat maakt stedelijke herstructurering en vernieuwing en functionele heroriëntatie van een vrij forse binnenstad voor een oude industriestad als Schiedam extra moeilijk. En dat vraagt nu eenmaal tijd. Economische schade en verlies van kansen is er uiteraard wel. Maar daar staat tegenover dat door het trage verloop van het veranderingsproces en de geringe belangstelling en druk van externe partijen er ook geen ondoordachte en grootschalige ingrepen hebben plaats gevonden. Echt grote verkeersdoorbraken en forse inbreuken op de stedenbouwkun dige hoofdstructuur zijn uitgebleven. Ofschoon over het nut en de noodzaak van kleinere ingrepen kan worden getwist, moet worden vastgesteld dat de meest waardevolle elemen ten van de oude binnenstad bewaard zijn gebleven. Zij vormen nu de basis voor een zich van andere stadscentra in de regio onderscheidend toeristisch-recreatieve en cultureel aantrekkelijke woon-, werk- en verblijfsomgeving. Een binnenstad waarmee Schiedam zich alsnog kan onderscheiden en die, in een tijd waarin oude centra, gewone winkelstra ten, gezellige terrassen en een goede leefstijl weer op waarde worden geschat, weer nieuwe en extra kansen biedt. Zo heeft het lang vasthouden aan de grote omloop als loop- en toeleidingscircuit (en dat is méér dan de grote omloop als winkelcircuit!) vanuit omliggende woongebieden, dit steden- bouwkundig waardevolle element tegen forse ingrepen beschermd en heeft het weren van het parkeren voor bezoekers uit het kerngebied de vestiging van nieuwe en verkeersafhankelijke functies daar afgeremd. Zo hebben de aanhoudende pogingen van ondernemers, bewoners, kunstenaars, organisaties en instellingen om met evenementen en bijzondere activiteiten de belangstelling voor de binnenstad steeds levend weten te hou den. En zo zijn er meer situaties en omstandigheden die er - achteraf gezien - aan hebben bijgedragen, dat de oude binnenstad de economisch moeilijkste periode met relatief weinig stedenbouwkundige en monumentale schade is doorgekomen. 133

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 25