len geschriften en brieven stuurde hij de wereld in over uiteenlopende onderwerpen. De
wereld bestond in dit geval uit vooral de overheid, particuliere instanties en de pers. Bij
de laatste was hij het meest succesvol. Aan zijn leven als beeldend kunstenaar werd niet zo
veel aandacht besteed; aan zijn leven als actievoerder des te meer.
Het huis in de Mariastraat werd actiecentrum. Het was er altijd vol met mensen die de
toestand in het heelal, de wereld, Nederland en vooral Schiedam kwamen bepraten of de
koelkast leeg aten. Het onderhoud van het gezin kwam voor het grootste gedeelte neer op
zijn echtgenote. Verheugd doet 'het aksiecentrum' verslag de eerste kraakactie, waarbij de
politie bedankt wordt voor het bijlichten met de zaklantaarn.
De stichting Gamma waarvan hij in 1967 medeoprichter had als doelstelling 'Het active
ren en tot gelding brengen van de in het Rijnmondgebied aanwezige creativiteit op alge
meen kunstzinnig en daaraan grenzend cultureel terrein, mede ter verhoging van de
leefbaarheid van bedoeld gebied". Of de actie Hee Kom Mee, een tweedaagse multidisci
plinaire culturele manifestatie in gebouw Arcade aan de Lange Haven. Het kon bijna niet
uitblijven dat hij zich ook politiek ging roeren in Schiedam, een kiesbeweging genaamd
Votum opzette waarvan in een (ongedateerd) schrijven is te lezen "wij pretenderen geen
partijvorming...' Als een soort programmapunt is opgenomen: 'wij achten het nietig
verklaren van de politiek op het individueel en persoonlijk terrein van wonen en leven een
uiterste noodzaak. Dit zal het n.l. mogelijk maken het star en traag functioneren binnen de
gemeente doorbreken'.
De Koster probeerde intussen ook van zijn kunst te leven. De kunstmarkten - ook wel
reizende markten- die hij mede organiseerde liepen redelijk goed. Hij heeft zijn geluk in
1964 nog gezocht in Zweden, maar de familie was snel terug voor er de (barre) winter
begon.
Ophef en bekendheid kreeg Le Salon des nez ffoids, de Salon van de koude neuzen in
1968. Naar voorbeeld van de geweigerden op de Parijse Salons aan het eind van de
negentiende eeuw werd deze 'tegensalon' georganiseerd in Musis Sacrum aan De Lange
Haven voor de geweigerden van de Salon van de Maassteden in het Stedelijk Museum
Schiedam in dat jaar.
Schilderijen van Hein uit deze tijd doen als een kindertekening aan. Er worden felle
kleuren gebruikt en er zijn met scherpe contouren begrensde wezens te zien. De leefwereld
van kinderen sprak hem zeer aan en hij organiseerde met de stichting KUBO (Kuituur
Opbouw) een kinderstraatspeldag door de hele stad.
Rond 1970 vonden gelijkgestemden geesten, naar Amsterdams voorbeeld, elkaar in de
Kabouterbeweging. In de hoofdstad gebruikte Roel van Duijn met zijn 'De boodschap van
een wijze kabouter' het politiek en filosofische werk van de Rus Peter Kropotkien in een
poging richting te geven aan de kabouterbeweging. In Schiedam was het Han van der
Horst die op 6 maart 1970 Oranje Vrijstaat proclameerde vanaf de kansel in de aula van
het Stedelijk Museum Schiedam waarna het volkslied werd aangeheven:
Op een grote paddestoel, rood met witte stippen
Zit de maatschappij van nu heen en weer te wippen
Krak, zegt dan de paddestoel, met een diepe zucht
Vliegt de maatschappij van toen, hoepla, door de lucht.
Een belangrijke spreekbuis van de Kabouters was het blad De Blijde Boodschap. De
toonzetting was nooit grof of beledigend; meestal waren de teksten met een ironisch sausje
144