ene helft fungeerde als recreatiezaal. Die was versierd met portretten van de Duitse
legerleiding en gezellig gemaakt met veel bloemen en planten. Onderofficieren uit alle
krijgsmachtdelen zaten daar lezend, schrijvend of kaartspelend bij elkaar. Schiedamse
voorbijgangers hoorden door de geopende ramen vaak Duitse strijdliederen, met
pianobegeleiding en meerstemmig gezongen. Aan de andere kant van de houten wand lag
een slaapzaal, door gordijnen gesplitst in drie afdelingen. Daar sliepen militairen, die nog
in het bezit waren van hun ledematen en in de orthopedische werkplaatsen konden
functioneren.
De invaliden, die in de inrichting kunstledematen aangemeten kregen, sliepen een etage
hoger in vier kamers met 6 a 8 bedden. Ze konden naar boven met een lift, die al in de
fabriek aanwezig was geweest. De zwaargewonden waren vaak doodziek en ook nog
depressief, waarbij de Duitse verpleegsters en artsen er alles aan deden om ze weer wat
levensmoed te geven. Nederlandse artsen, die er ter oriëntering op bezoek gingen, waren
meestal diep onder de indruk van die oorlogsverwondingen en het vreselijke lijden op de
afdeling.
De bovenste verdieping - de vroegere droogruimte van de tabaksfabriek - was ingericht
als verblijft- en slaapruimte voor invaliden, die al weer konden werken en geen dagelijke
zorg meer nodig hadden. Ze hadden daar hun eigen slaapzaal, recreatieruimte, en
badgelegenheid.
De bijgebouwen van de fabriek, de voormalige pakhuizen, waren omgebouwd tot
orthopadische Werkstatten. In de timmermansafdeling werden de kunstledematen
vervaardigd, terwijl in de aangrenzende smederij de metalen delen daarvoor werden
gemaakt. Alle werkzaamheden werden verricht door Duitse geïnterneerde militairen.
Verder bevonden zich in de bijgebouwen een voorraadruimte, een keuken en een
schoenmakerswerkplaats. Daar rook het heerlijk naar de grote hoeveelheden leer,
geschonken door de Duitse regering en bedoeld om de laarzen van de in Nederland
verblijvende Duitse militairen te herstellen.
Nadat de invaliden passende ledematen aangemeten hadden gekregen, leerden ze die
vervolgens gebruiken. Het was de bedoeling om de gerevalideerde ongegradueerden na
hun ontslag uit de inrichting over te plaatsen naar een gewoon interneringskamp voor
Duitse militairen, elders in Nederland. Daar konden ze dan meestal aan de slag in een
werkplaats.
De redelijk gezonde Duitse militairen waren doorgaans enthousiast over hun verblijfplaats
Schiedam. Ze ervoeren het stadje als pittoresk en sfeervol als een oud-Hollands schilderij,
met al die grachten en oude panden met trapgevels. En ze genoten van het beeld van de
kindertjes, die op hun klompen door de nauwe straatjes klosten en van de mannen, die in
hun blauwe werkkleding de vaten jenever in de pakhuizen laadden. Maar vooral de rust
Foto 's links: Op 25 mei 1918 werd de orthopedische inrichting door generaal E. Friedrichs
van het Kriegsministerium in Berlijn, die op een drie-daagse inspectiereis in Nederland
was, geopend. De lokatie, de voormalige tabakskerverij van Schuyer was Noordvest 111-117.
167