van het bijna dorps aandoende stadje waardeerden ze, vooral na de verschrikkingen van het slagveld en de jarenlange gevangenschap in overvolle kampen. Ook over de ligging van hun huisvesting waren de Duitsers dik tevreden. Ze keken uit over het vlakke land met windmolens, tot aan de torens van Delft. En langs de voormalige fabriek liep de Vest, waarop ze in hun vrije tijd konden roeien. De gemeente Schiedam stelde een oud park beschikbaar, waar ze in alle rust konden wandelen. Ook werd bij de inrichting een stuk land gepacht, dat de krijgsgevangenen konden bebouwen voor eigen gebruik. De Schiedammers op hun beurt waren tevreden over het gedrag van de Duitsers. Die gedroegen zich beleefd en rustig, wat wel even anders was dan met die vreemde Polen en Russen. Voor de inrichting aan de Noordvest stonden meestal veel nieuwsgierige kijkers, vooral kinderen. Ze vergaapten zich aan die vreemde militairen in hun opvallende groene, grijze en blauwe uniformen, met wie ze vaak een praatje aanknoopten. Bijzonder spannend waren de echte oorlogsinvaliden, vaak gedecoreerd en dus helden, die onwennig met nieuwe armen of benen de Schiedamse straten op gingen. Zij prikkelden de fantasie en waren het levende bewijs van al die verschrikkelijke ffontverhalen in de kranten. Na de wapenstilstand van 11 november 1918 vertrokken de Duitse militairen uit Schiedam groepje voor groepje naar huis. Ze moesten daarvoor eerst naar Rotterdam, waar ze zich aansloten bij de grote transporten van geïnterneerde Duitsers. Op 20 december vertrokken de laatste veertig verpleegsters en patiënten, waaronder zestien strompelende invaliden die in Schiedam op de valreep nog kunstbenen aangemeten hadden gekregen. Veertien Duitsers bleven achter om het gebouw behoorlijk op te ruimen en in de oude staat over te geven. Hiermee kwam een einde aan de opvang van krijgsgevangenen in Schiedam, die wat betreft de Duitsers een succes mocht worden genoemd. Maar de treurige toes anden rond het verblijf van Russen en Polen, werden het liefst maar zo snel mogelijk verge :en. Verantwoording Deze bijdrage is in essentie gebaseerd op twee eigen publicaties: Evelyn de Roodt, Oorlogsgasten. Vluchtelingen en krijgsgevangenen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (Zaltbommel 2000), en Evelyn de Roodt, 'Vluchtelingen in Rotterdam tijdens de Eerste Wereldoorlog' in: Paul van der Laar ed., Vier eeuwen migratie. Bestemming Rotterdam (Rotterdam 1998). Voor de beschrijving van de Schiedamse situatie is aanvullende informatie verkregen uit de Schiedamse kranten en gemeenteraadverslagen en uit het politiearchief in het Gemeentearchief Rotterdam. De geschiedenis van de opvang van de Duitse krijgsgevangenen in Schiedam is mede gebaseerd op Zur Erinnerung an die Internierung der deutschen Gefangenen in Niederland, Sonderausgabe der deutschen Wochenzeitung für die Niederlande und Belgien (Amsterdam 1918). 168

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 20