DE KORTE HAVENPANDEN ALS LOGEMENT Wim Snikkers Het voormalige huis van de distillateur en majoor van de schutterij, Gerrit Visser heeft tijdens en na de eerste wereldoorlog dienst gedaan als onderkomen voor diverse groepen mensen. Op 25 januari 1917, Visser en zijn vrouw waren al overleden, krijgen J. Helman en J. Ostrowski toestemming om 8 privaten en een waterplaats (urinoirs) op het terrein van het woonhuis Korte Haven 3 aan te brengen, mits er ook nog door de gemeente te leveren waterdichte beerputten komen. Volgens de tekening is er plaats voor 122 perso nen, waarvan 70 op een grote zolder. Zie de tekeningen. Eerst kwamen er Polen en Russen in. In de tijd van de Duitse orthopedische inrichting in 1918 woonden er hier ook koks en kleermakers van die inrichting en ook wel vrouwen en kinderen van de geinterneerden. in de verwarde tijd na de oorlog moesten geinterneerde Italiaanse krijgslieden worden ondergebracht en in januari 1919 vraagt J. Ostrowski toestemming om 150 mensen te laten logeren, maar zowel de Gezondheidscommissie als inspecteur Bubberman van de Gemeentelijke Woningdienst komen op een toelaatbaar aantal van 112 - 115 mensen, zich beroepend op art. 88 van de Bouwverordening, die bepaalt, dat per persoon minstens 10 m3 in een woonkamer of slaapvertrek moet zijn. Opmerkelijk is de afsluitende zin van de brief van de directeur Gem. Woningdienst en dit zal wel zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden "Moet dus de verordening gehand haafd worden, dan zou ik in overweging willen geven om den eigenaar officieel kennis te geven, dat geen grooter getal gasten dan bovengenoemd mag worden gehuisvest en dat door een permanent politie toezicht hierop zal worden gelet." In 1920 is er eventjes een electro-technische fabriek in het pand en op 18 januari 1921 komt werf "Nieuwe Waterweg" met het verzoek het pand weer als volkslogies in te rich ten. De direktie schrijft: "Het is Uw College bekend, dat vele vakwerklieden, op onze fabriek werkzaam, geene huisvesting in Schiedam kunnen bekomen". De directeur Gem. Woningdienst geeft advies: "De beschikbare ruimte voor het huisvesten van 150 personen is ruimschoots aanwezig, in verband met het bepaalde in art. 88 der Bouwverordening." Twee jaar eerder werd nog anders beslist, maar wel zijn er inmiddels tussenmuren verdwenen, evenals de enige badkamer en de wasgelegenheid. (Ruimte E op de verdieping). Misschien zijn er meer verspreid wasbakken, want de werfdirektie spreekt van "waterleiding, electrisch licht, slaap- en wasgelegenheid en verder comfort zal aanwe zig zijn, terwijl tevens een goed, dagelijks toezicht onzerzijds wordt uitgeoefend". Er zijn inmiddels ook enkele brandtrappen gekomen. Het duurt niet zo lang. Op 22 juni 1927 komt de aanvraag voor de sloop van het gebouw, want de drukkerij Roelants wil uitbreiden, waarvoor architect Sanders de plannen heeft getekend. Hetzelfde duo als bij het pand no. 3 vraagt op 16 februari 1917 vergunning aan voor een 172

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2000 | | pagina 24