POOLSE, RUSSISCHE EN DUITSE KRIJGSGEVANGENEN IN
SCHIEDAM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG
Evelyn de Roodt
Inleiding
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het neutrale Nederland een toevluchtsoord voor
grote aantallen buitenlandse vluchtelingen: uitgeweken burgers en militairen, deserteurs
en ontsnapte en uitgewisselde krijgsgevangenen. Het meest bekend zijn de Belgische
vluchtelingen (circa één miljoen burgers en 32.000 militairen), die in oktober 1914 als
gevolg van de opmars van het Duitse leger en de beschieting van Antwerpen uitweken
naar Nederland.
Ook in Schiedam arriveerden tussen 8 en 12 oktober 1914 zo n 550 Belgische
burgervluchtelingen, die hartelijk en gastvrij werden ontvangen. Velen konden worden
ondergebracht in mouterijen en in de tabaksfabriek van Schuyer en Rakemann aan de
Noordvest, terwijl er ook heel wat bij particulieren werden gehuisvest. Begin 1915 waren
de meesten al weer vertrokken en het resterende aantal van ongeveer honderd Belgen zou
verder in Schiedam een vrij onopvallend bestaan leiden. Daarbij week hun leefsituatie
nauwelijks af van die van Belgen in andere plaatsen in Nederland.
Opvallender in Schiedam was de huisvesting van een grote groep Poolse en Russische
krijgsgevangenen in 1917, en de onderbrenging van gezonde en invalide Duitse
krijgsgevangenen in 1918. Hun komst viel samen met een verslechtering van de
leefomstandigheden voor de plaatselijke bevolking, als gevolg van de oorlog. Veel
Schiedamse mannen waren al vanaf 1914 van huis vanwege de mobilisatie, terwijl heel
wat niet-opgeroepen mannen hun baan waren kwijtgeraakt als gevolg van de economische
oorlogsomstandigheden. Fabrieken en destilleerderijen hadden hun productie geheel of
gedeeltelijk moeten stopzetten door een gebrek aan grondstoffen. Bovendien werd de
uitvoer van alcohol vanaf 1916 verboden, omdat Engeland bezwaar maakte en dreigde
geen graan meer aan Nederland te zullen leveren. Vanaf 1917 leed de bevolking van
Schiedam ook nog eens onder voedsel- en brandstofschaarste en waren steeds meer
burgers aangewezen op de centrale gaarkeukens voor een warme maaltijd. Voedselrelletjes
in de stad waren het gevolg. In dit klimaat van groeiende ontevredenheid bij de
Schiedamse bevolking, besliste het gemeentebestuur begin 1917 tot de opvang van een
merkwaardig soort buitenlandse gasten: Poolse en Russische krijgsgevangenen.
De positie van krijgsgevangenen tijdens de Eerste Wereldoorlog
Miljoenen militairen vielen tijdens de Grote Oorlog in handen van de vijand. Ze werden
meestal overgebracht naar streng bewaakte kampen, waar ze onder wisselende
omstandigheden moesten leven. Ook burgers werden krijgsgevangen gemaakt: zij hadden
zich bij het uitbreken van de oorlog in het land van de tegenstander bevonden of waren in
152