27-4-1860: "Voorts is bepaald dat de heeren P.Melchers, H.J.Hoppe en H.Cramers bij brief te verzoeken aan deze vergadering mede te delen vóór 4 mei e.k. of de hun aangebo den grond achter hunne eigendommen aan de Nieuwe Haven op de bij het vastgestelde plan tot uitbreiding der stad vastgestelde voorwaarden door hen zal worden geaccepteerd, geen berigt ontvangen hebbende op dat tijdstip zal de beschikking over die gronden verblijven aan de gemeente." 4-5-1860:"Ontvangen de volgende missives en verzoeken: Van E.J.Fr.Brands, daarbij namens de firma P.Hoppe kennisgevende, dat de aangeboden grond achter hare distilleer derij aan de Nieuwe Haven onder de daarbij gestelde voorwaarden van het maken van een ijzeren hek enz. door haar geweigerd wordt." Uit een acte van volmacht en hypothecatie van 25 maart 1861 blijkt dat de grond van de Nieuwe Haven 103 bebouwd is met "een distilleerderij, pakhuis of kuiperij, kantoor en erve". Op dat moment is de grond van Nieuwe Haven 101 nog onbebouwd. Op 1 januari 1869 trekt de heer H.J.Hoppe zich terug uit de vennootschap en staat zijn plaats af aan zijn zoon Theodorus Joannes Bernardus Hoppe, die nu samen met zijn broer J.P.H.Hoppe en neef P.J.Muller de firma P.Hoppe bezitten, die inmiddels een distilleerde rij le klasse is. De heer H.Muller was al eerder, in 1863 te Heemstede overleden. Op 15 juli 1870 overlijdt genoemde J.P.H.Hoppe op 35 jarige leeftijd en gaat de vennoot schap door met de weduwe Anna Maria Hoppe-Nolet, ook uit naam van haar vijf minder jarige kinderen. Blijkens acte van 27 juli 1878 komt er een vierde vennoot bij: Henricus Franciscus Petrus Muller. (De familie J.P.H.Hoppe-Nolet woonde al sinds 1859 in Amsterdam en de distilleerderij in Schiedam wordt nog steeds vanuit Amsterdam geleid.) Er worden voor de locatie aan de Nieuwe Haven verschillende bouwvergunningen aange vraagd en er wordt steeds meer bijgebouwd rond de locatie Nieuwe Haven 103, ook achter aan de zijde van de Warande. De vergunning die de firma P.Hoppe op 24 april 1906 aanvraagt voor het bouwen van een distilleerderij op de locatie Nieuwe Haven 103, bezorgt de geschiedvorser enige verwar ring. Uiteindelijk blijkt deze betrekking te hebben op een vergunning tot het bouwen van een distilleerderij naast het bestaande pand op de locatie Nieuwe Haven 101. Die vergun ning wordt verleend op 10 mei (aanvraag, twee bouwtekeningen en 5 bladen bestek aanwezig in het gemeentearchief van Schiedam). Voor de bouw worden verschillende bestaande stukken verplaatst en afgebroken. Aan het distilleerderijpand op nr. 103 wordt ook regelmatig wat verbouwd en uitgebreid. In 1926 wordt vergunning aangevraagd voor het afbreken van de bestaande kuiperij en het weer opbouwen daarvan. 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2001 | | pagina 13