Het Nederlandse stoomschip "De Jonge Johanna" was een kleine vrachtvaarder, die een
route voer in de Middellandse Zee. Van de scheepsbewegingen, die in de krant werden
vermeld, is de route te volgen: 23.9 van Oran naar Sete, daarna op 2.10 van Denia naar
Valencia. Julia Vischer vluchtte naar het zuiden richting Almeria. Op 8 October wordt de
ring rond Madrid gesloten en de republikeinse regering waarschuwt de scheepvaart voor
vijandelijke bombardementen langs de kust en de Maasbode spreekt over een offensief
richting Malaga. Omstreeks deze tijd zal de Jonge Johanna de haven van Almeria hebben
aangedaan, dat ongeveer 150 km. oostelijk van Malaga is gelegen, want op 14 oktober
staat in de scheepsberichten, dat het schip in Londen vanuit Almeria is aangekomen.
Temidden van al dat geweld had Julia Vischer gelukkig de zuidkust bereikt. In Ameria
schreef zij naar haar zussen in Schiedam een ansichtkaart vanaf het Nederlandse schip
S.S. Jonge Johanna, dat eigendom was van de Rotterdamse rederij "Middellandse Zeevaart
Compagnie Emzetco lijn". In verband met de censuur schreef zij in het ffans, wat vertaald
volgt. "Beste Zussen. Sedert 2 dagen ben ik hier op dit hollandse schip op weg naar
Londen en Rotterdam. Ik zal een telegram sturen, wanneer ik thuis zal komen. Ik ben
tevreden, dat ik hier ben. Kusjes, Julie. Almeria op de Jonge Johanna."
De datum van het poststempel is niet meer leesbaar, daar er een groot paars censuurstem-
pel doorheen is gezet. Gezien de aankomst van het schip in Londen op de 13e october zal
dit ongeveer de 8e zijn geweest. Na haar terugkeer in Nederland zou ze zich in Amster
dam haar werk als journaliste voortzetten. Zij onderhield nog steeds contact met vrienden
in Madrid en op 7 april 1937 wendt zij zich tot het Ministerie van Buitenlandse Zaken en
vraagt of het niet mogelijk is, om de zieke moeder van een vriendin door hun bemiddeling
via Marseille naar Zamora (onder Franco) over te brengen. Helaas moest het Ministerie dit
verzoek afwijzen, daar betrokkene zich niet "onder nederlandsche bescherming bevind".
Julia had zich in haar brief geintroduceerd als de zuster van de heer Vischer, die door de
rooden te Madrid vermoord werd.
Op de brief is echter in de marge een potloodkanttekening gemaakt met de vraag of er dan
niets voor deze familie gedaan kan worden. Hierop is door Buitenlandse Zaken aktief
gereageerd. De republikeinse regering was kennelijk wel gevoelig voor enige diplomatieke
druk en gaf een schadeloosstelling dus juist op tijd, voordat het Spaanse goud naar Rus
land werd verscheept. Ondertussen woedde de burgeroorlog nog steeds door en het duurde
tot 29 maart 1939, dat Valencia als laatste grote stad in handen van Franco zou vallen.
Spanje bleef afzijdig in de oorlog, die een halfjaar later in de rest van Europa zou begin
nen. Een geluk voor de geallieerden, daar de Middellandse Zee niet werd afgesloten en via
Gibraltar de verbinding met Malta en het Suezkanaal behouden bleef.
Bronnen: R.A.Den Haag, G.A.Schiedam. G.A.Rotterdam
N.R.C., Maasbode
Databank "Alkmaar Nautiek"
24