In mei 1940 was Nederland er niet op voorbereid om postcensuur te voeren. Een opdracht
op 10 mei van het Militair Gezag aan het Hoofdbestuur van de PTT om censuur in te
voeren had door de snel daaropvolgende capitulatie op 15 mei weinig gevolgen. Na 15 mei
1940 werd de buitenlandse post door de bezetters gecontroleerd. Zo werd het mogelijk, dat
een brief van Schiedam naar Argentinië eerst door de Duitsers en vervolgens door de
Engelsen werd gecensureerd. Dit gaf natuurlijk veel vertraging, want de brief werd 12
september gepost en op de Engelse strook staat de datum 17 October. (No 3)
De binnenlandse post werd als regel niet gecensureerd. Toch zijn er uitzonderingen
geweest. In Schaduwen over Schiedam deel II pag 189 is er sprake van een brief aan de
heer Alewijn de Groot, die aan zijn broer schrijft: "Gisteren kreeg ik op kantoor een
aangeteekende uit Rotterdam, die 4 dagen onderweg was geweest en gecensureerd was.."
Er is een aanmerkelijk verschil tussen Engelse en Duitse censuurstroken, waarmee de
brieven weer werden dichtgeplakt. De Engelse waren netjes afgesneden of geknipt maar de
Duitse zijn afgescheurd en dus rafelig.
Bovendien kregen Duitse stroken één of meerdere stempels, die gedeeltelijk op de strook en
gedeeltelijk op de envelop werden geplaatst, zodat hergebruik van de strook moeilijk was.
Een uitzondering is het expresse en aangetekende postverkeer. Als voorbeeld hiervan een
65