WALVISVAART VANUIT SCHIEDAM (III - slot) dr. C. de Jong Wij besluiten onze serie over de walvisvaart met twee Schiedammers, die ook bij deze tak van nijverheid betrokken waren. In onze twee voorgaande nummers zijn de eerdere afleveringen verschenen. In Bijlage II het door notaris Penning vastgelegde verslag van de ondergang van het walvisschip "Schiedam Bernard Johan Pielat van Bulderen De tweede Schiedamse reder, die aan de walvisvaart deelnam na de afkondiging van het premiestelsel voor walvisreders, was Bernard Johan Pielat van Bulderen, en wel in 1785 na het jaar van de afkondiging in 1777. Zijn grootvader was ambtenaar van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in de Molukken en zijn vader Hendrik Christiaan Pielat is op 7 maart 1722 gedoopt op Temate en in 1735 tot Nederlands burger genaturaliseerd (Groot Placaatboek 46/72/VI1I/48). Hendrik studeerde rechten in Leiden in 1739-1741 en trouwde in Den Haag met Catarina Jacoba de Lille (1722-1795). Hij diende in de stads raad van Schiedam in 1747-1762, als schepen in 1745-1758 en burgemeester in 1759. Na zijn overlijden in 1760, slechts 38 jaar oud, hertrouwde zijn weduwe in 1761 met Hendrik van Bulderen (overleden in 1780), eveneens lid van het stadsbestuur en burgemeester. Zij kreeg uit haar eerste huwelijk twee zoons en vier dochters. De jongste zoon Bernard Johan werd op 31 augustus 1755 gedoopt en noemde zich in 1771 Pielat van Bulderen, een welklinkende naam. Vond hij dat Pielat teveel leek op Pilatus?, vraag ik mij af.0 Hij studeerde evenals zijn vader rechten in Leiden en trouwde in 1774 met Anna Sara Vromans van een Leidse familie. Zij kregen drie zoons. Evenals zijn vader en stiefvader bekleedde hij ambten in het stadsbestuur van Schiedam. Hij was lid van de stadsraad, secretaris van de raad en ontvanger van rechten, testamentair-executeur en boedelberedde- raar. Hij was aanhanger van de Patriottenbeweging. Daarom werd hij in 1787 spoedig na de tegenomwenteling der Orangisten uit het stadsbestuur ontslagen. Van zijn politieke en economische bedrijvigheden in de Franse tijd (1795-1813) is mij niets bekend. Het is opvallend dat hij, evenals andere ex-Patriotten, spoedig na de rege- ringsaanvaarding door koning Willem I in 1814 weer in belangrijke ambten aangesteld is. Hij was lid van de Staten van Holland en in 1816 een jaar burgemeester van Schiedam. Hij overleed op 22 September 1818 te Schiedam. Na de tegenomwenteling bedreigde het lagere volk der Orangisten zijn leven en hij week twee jaar uit, maar keerde in 1789 terug naar Schiedam en zette zijn zaken voort.2' 166 Uitvoerige gegevens ontvangen van de heer. A.C. de Voogd van der Straaten, Gemeentearchief Schiedam. 2) Dr. L.C. Suttorp, "Schiedam in de achttiende eeuw", 1974, p.94-95.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2001 | | pagina 18