1kritische bijbelbeschouwing
2. verdraagzaamheid
3. deelneming aan de cultuur
In dit stuk gaat het over de gang van zaken in de hervormde gemeente van Schiedam. Het
gaat dan in het bijzonder over de verhouding van de rechtzinnig- tot vrijzinnig hervorm
den. De nadruk ligt dan op de naoorlogse positie van de vrijzinnig-hervormden in onze
hervormde gemeente.
HOOFDSTUK 1
Eerst nog even een terugblik in de geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk. In
1816 werd door Koning Willem I het Algemeen Reglement voor de Hervormde Kerk in
het Koninkrijk der Nederlanden aan de kerk gegeven. Dat reglement gaf de kerk geen
vrijheid van handelen. De koning trad op als een soort voogd en de kerk moest zich dat
laten welgevallen. Het reglement bevatte veel meer regels over de organisatie van de kerk
dan over geestelijke zaken, zoals de belijdenis. Het reglement werd (en wordt) door veel
mensen gezien als één van de oorzaken van afscheiding en doleantie, van respectievelijk
1834 en 1886.
In 1842 kreeg de kerk iets meer vrijheid. De regering verklaarde toen dat veranderingen
in het algemeen reglement van de kerk behoorden uit te gaan. In 1852 werd een herzie
ning van het reglement langs kerkelijke weg tot stand gebracht, dit als gevolg van de
grondwet van 1848. Die grondwet, door toedoen van Thorbecke totstandgekomen, maakte
een einde aan het eigenmachtig handelen van Willem II. De nieuwe grondwet beperkte
niet alleen de macht van de koning op staatkundig terrein, ook de kerk profiteerde van de
nieuw verworven democratische inzichten. In 1870 verwierf de hervormde kerk volledige
vrijheid en zelfstandigheid.
Hoewel de hervormde kerk in laatstgenoemd jaar ten opzichte van de staat volledig
onafhankelijk werd, kon zij zich niet ontdoen van het reglement van 1816. Dit vond zijn
oorzaak in de verdeeldheid van de kerk. Er woedde een richtingenstrijd, die pas aan het
begin van de Tweede Wereldoorlog in hevigheid begon af te nemen.
Aan het einde van de jaren dertig was er al sprake van een soort ritseling als een voorbode
van een in aantocht zijnde verandering in kerk en maatschappij. De Sociaal Democrati
sche Arbeiders Partij liet haar politiek van het gebroken geweertje varen. In het kabinet
De Geer van 1939 zagen we de eerste socialistische ministers hun plaatsen aan de rege
ringstafel innemen: Albeda en Van den Tempel.
16