Portretten van Jan van Riebeeck en zijn vrouw Maria de la Quellerie door Dirk Craey.
Gedateerd omstreeks 1650. Rijksmuseum Amsterdam.
Hier is het, dat Jan van Riebeeck kennis maakt met de Tafelbaai en van de overlevenden
verneemt hoe zij zich in leven hebben kunnen houden. Terug in Nederland moet hij zich
verantwoorden, waar blijkt dat de beschuldigingen van zijn privé handel in Tonkin
berusten op: "notoire leugens en schelmse verdichtselen".
Hij wordt gerehabiliteerd en krijgt van de Heren Zeventien opdracht om te onderzoeken:
"tot die oprigting van een rendez-vous en sterckte aan die Kaap Hijzelf wil liever terug
naar Batavia en de Kaap: "sal vir hom 'n stap in die rigting wees om sy versteurde
loopbaan te hervat".
In 1648 bij terugkomst in het vaderland hervat hij de goede betrekkingen met zijn
stiefmoeder Elske Burger, die nog steeds in Schiedam woont, waar Jan de negentienjarige
50
