yfitei M«k- I
evt^(-^Wk> 1 "O^*
>4* ^3^«'5-w4rinrf^W> ^-3
14^S jr^TF1!
k (7 (/h
■A t—
J.Lu& i 'f%>
xC&v*'
Y r>
(.'-V.
cv Ott^i-il3yi«Sf
1 jïly'(Jfrrmhse
n^frit
«<f£L4/
Handtekeningen van Jan van Riebeeck en Maria de la Quellerie onder hun huwelijksvoorwaarden
voor notaris S. Kouwenhove. Maria wordt elders ook wel Maria Quevellerius genoemd.
mogelijkheid tot het oprichten van een nederzetting aan de Kaap de Goede Hoop. De
uitslag daarvan is kennelijk zo goed, dat zij besluiten hem aan te stellen als koopman en
opperhoofd van een expeditie, die het plan moet realiseren.
In december 1651 vertrekt Jan van Riebeeck met vijf schepen van de rede van Texel. Hij
aan boord van de "Drommedaris" met o.a. zijn vrouw Ria en zoon Lambertus. Zij komen
op 6 april 1652 in de Kaap aan, zodat deze datum officieel wordt aangeduid als het begin
van een nieuw tijdperk. Na aankomst in de Kaap wordt onmiddellijk begonnen met het
bouwen van een fort en het aanleggen van tuinen en akkers. Er worden slaven
geïmporteerd en vrije burgers worden in de gelegenheid gesteld land in bezit te nemen en
te verbouwen. De Hugenoten komen in grote getale naar de Kaap, waar ze zich vooral
bezig houden met de wijnbouw. De expansie is in volle gang. Jan van Riebeeck blijft tien
jaar in de Kaap en vertrekt dan naar Batavia. Hij wordt eerst nog gouverneur van
Malakka, waar zijn vrouw sterft. Jan van Riebeeck gaat dan naar Batavia, waar hij
secretaris wordt van de gouverneur-generaal.
Hij sterft op 18 januari 1677, bijna 58 jaar oud en wordt met groot eerbetoon in de
Portugese kerk te Batavia begraven. De Kaap breidt steeds verder uit en voldoet aan het
gestelde doel, waar niet alleen de Nederlandse invloed belangrijke was, maar die ook
52
"Cnttb «Arttrrrm.-;, ->» «i.t» "T l" r
.vaZV «-fr^tTy
I
At%4