1789 in Indië had gediend, krijgt de leiding van het eskader, bestaande uit 9 schepen, 240 stukken (kanonnen) en 1972 koppen. Pas na het passeren van de keerkring, mocht hij zich Schout-bij-nacht noemen; wat een merkwaardige constructie! Op 23 februari 1796 vertrekt het eskader met maanden vertraging. Dit kwam door de slechte staat van het materieel, soms moesten hele schepen vervangen worden, dan was het weer wachten op de rede van Texel op goede wind. Maar de voornaamste oorzaak was het vinden van de bemanning. Want gelijktijdig werd er een eskader voor West-Indië samengesteld en ook de Noordzee mocht niet verwaarloosd worden, want de Engelsen lagen overal op de loer. Van de bemanning bestond uiteindelijk 60 uit niet-Nederlan- ders en zelfs onder de commandanten waren buitenlanders. Lucas werd omschreven als een laaiende, wasechte patriot. De gewone maats waren of onverschillig of meer orangist. Toen het eskader dan toch uiteindelijk vertrok, was hier inmiddels bekend geworden, dat de Kaapkolonie op 23 september 1795 in Britse handen was gevallen, maar de instructies werden niet gewijzigd. Water halen Het was een moeilijke reis. Door een storm werd de vloot uit elkaar gedreven, maar toen op 23 april 1796 de baai La Luz in Gran Canaria werd bereikt waren de schepen weer bij elkaar. Hier bleef het eskader 34 dagen om water en verversingen te halen. Normaal zou men hier twee weken over doen. De sfeer aan boord was niet goed. Op het schip "Revolu tie" drong een groep de kajuit van kapitein Jan Rijnbende binnen, scheldend en "Oranje boven" roepend. Een dag voordat de vloot was binnengelopen in de baai, was er een schip aan de einder verschenen, maar dit hield af en vervolgde de reis. Lucas liet het niet "jagen". Jagen betekent in dit geval: erachteraan gaan en eventueel enteren. Had hij het maar wel ge daan! Want het was het niet snelle Engelse oorlogsschip Moselle, met twee transporters op weg naar Barbados. Maar de slimme Engelse commandant kreeg een vermoeden, waarom die Hollanders daar voeren. Hij wendde de steven, nu naar de Kaap en meldde het de Britse vloot, die daarom hun schepen nog maar even daar hield. Op 4 mei passeren vijf schepen de baai La Luz. Lucas liet weer niet jagen, hij dacht dat het Spanjolen waren. Later bleek, dat het transporters waren met 2.000 man voor de Kaap. Eindelijk, op 17 mei koos het eskader zee om via Brazilië, (om te profiteren van de NO- en ZO-passaatwind) richting Kaapprovincie te gaan. Tot verbazing van de bemanning liet hij daar echter geen water halen, zodat de schepen met bijna lege tanks de Kaap bereikten. In de Saldanha baai Op 6 augustus 1796 komt het eskader aan bij de Saldanha-baai, zo'n 110 km boven Kaapstad. De baai was verlaten, wat zowel opluchting als een teleurstelling was voor Lucas. Er waren geen Engelse schepen, maar ook geen Franse en dat laatste was in de instructies over deze reis toegezegd en ook had Lucas op de rendez-vous plaatsen onder weg geen Franse schepen gezien. De samenwerking was in zeer geheim overleg tussen de Republiek en Frankrijk geregeld, zo meende men tenminste in Holland. Om uitlekken te voorkomen mocht Lucas er dan ook niemand over spreken. Een aantal officieren ging op het land op onderzoek uit en zij kwamen terug met mededelingen, verkregen van de 57

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2002 | | pagina 21