De bebouwing aan de Hoofdstraat moest wijken voor de nieuwe dijk op deltahoogte. Het restant van
de muur bleef, ten tijde van de aanleg van de dijk, echter nog een tijdje staan als provisorische
waterkering. (Foto, J.F.H. Roovers, coll. GAS)
De burgemeester van Schiedam sprak in de raadsvergadering van 27 februari 1953 waarde
rende woorden over de hulpverlening. Hij informeerde de gemeenteraad daarna omtrent het
besluit van het Hoogheemraadschap Schieland dat het dijkniveau met veertig centimeter
naar 4.50 meter boven N.A.P. moest worden gebracht. Dat is in de jaren daarna ook ge
beurd. Bij de plannen voor het verbeteren ervan werd uitgegaan van het gegeven dat de
Nieuwe Waterweg moest open blijven. Belangrijke werken in Schiedam waren het bouwen
van de nieuwe Spuisluis aan de Havendijk (1957), de nieuwe Buitensluis aan de Voorha
ven (1978) en het ophogen van de dijken. Maar de bedijkingen bleken nog niet voldoende.
Later, bij nieuwe berekeningen kwam men tot de conclusie dat de verhoogde dijken toch
niet voldoende bescherming zouden bieden. Waarop is besloten de Maeslantkering in de
Nieuwe Waterweg (gereed in 1997) tussen Maassluis en Hoek van Holland aan de Delta
werken toe te voegen. Om de dijkgedeelten in Schiedam op Deltahoogte te kunnen brengen
moest de bebouwing aan de Hoofdstraat vanaf de Buitensluis tot aan de Havendijk worden
gesloopt ten behoeve van de aanleg van een nieuw stuk dijklichaam.
Ruud Korpershoek: "Het water heeft ons uiteindelijk toch van de Hoofdstraat verjaagd. In
de jaren na de ramp werd duidelijk dat de bebouwing aldaar zou moeten wijken voor een
nieuw dijklichaam. Een paar jaar voor de onteigening konden wij de zaak van bakker
A.van Woerekom in de Beijerlandsestraat overnemen. Dat heb ik toen gedaan.
22