Ruud Korpershoek (in 1953 - 17 jaar): "Mijn vader begon in 1932 aan de Hoofdstraat
knappend vers brood, speculaas en ander banket te maken. Voor die tijd zat daar bakker
Noordegraaf. Aan de kade liggende binnenschippers sloegen er hun proviand in en mensen
die op weg waren naar de veerboten op het Hoofd kochten er vaak iets te snoepen voor
onderweg. Er heerste doorgaans een gemoedelijke sfeer. Van tijd tot tijd was er ook de
ergernis van dreigend hoog water. Heel vaak moesten wij voor de ramen en deuren van de
bakkerswinkel van mijn vader vloedplanken plaatsen. Eerst de 'binnenplanken' waarvan
de naden tussen de deurposten - raamposten en de planken met klei moesten worden
dichtgesmeerd. Een emmer klei kon je vroeger halen bij de brugwachter aan de Buitensluis.
De klei werd tegen uitdrogen beschermd door deze te bewaren met een natte doek er op.
Als de binnenplanken op hun plaats zaten werden de buitenplanken aan-gebracht. Deze
werden met keggen vastgezet. Soms gebeurde dat twee keer op een dag, want de klanten
moesten tussendoor de winkel kunnen bereiken om brood en koek te halen".
1 Februari 1953, water en storm schampten langs Schiedam
In de nacht van 1 februari 1953 steeg het waterpeil aan het Hoofd door storm en spring
vloed onrustbarend. De hevige Noord westerstorm joeg loeiend door de Hoofdstraat. In die
straat was op de hoek met de Havendijk het woonhuis van de adjunct-havenmeester
J.M.van Reenen. Het pand ernaast, op nummer 15, diende tot kantoor van de Havendienst.
Het water stond op de avond van de eenendertigste januari al snel hoger dan ooit eerder
was waargenomen. Derhalve werd tegen het woonhuis op de hoek uit voorzorg een nood-
dam van zandzakken opgeworpen. De situatie verergerde. Personeelsleden van Haven
dienst en Gemeentewerken waren bij de Buitensluis in actie om te voorkomen dat de
7
Dreiging hoog water, bewoners van de Hoofdstraat plaatsten vloedplanken (coll. GAS)