Het kantoor van de Schiedamse Havendienst aan de Hoofdstraat met links ernaast de woning van de
adjunct-havenmeester (Foto 1958, J.F.H. Roovers, coll. GAS)
sluisdeuren het zouden begeven. Deze werden met balken versterkt en in een poging te
voorkomen dat het water over de deuren zou slaan werden deze verhoogd met zandzakken.
Om tegendruk op de deuren te geven werd voorzichtig water in de sluiskolk gelaten.Uitein-
delijk bleef het water net onder het niveau van de sluisdeuren, maar het had geen tien,
vijftien centimeter meer moeten zijn.
In de gevel van het huis van de adjunct-havenmeester zat een steen die aangaf de op 9
februari 1889 bereikte hoogste waterstand van bijna 3 meter boven N.A.P.. Om twee uur 's
nachts was deze steen al niet meer te zien.
De heer Van Reenen alarmeerde om drie uur brandweer en politie. Omstreeks half vier
werd de toestand aan de Hoofdstraat vrij hopeloos en ter zelfde tijd viel de stroom uit. Men
zat in het donker en moest zich met kaarsen en zaklantaarns behelpen.
Brandweercommandant Ir S. Moesker en directeur Gemeentewerken Ir H.B.J. Aikema
waren na de alarmering al snel ter plaatse. Even later gevolgd door wethouder H. van der
Kraan. De burgemeester, mr J. W. Peek, was om half vijf ter plaatse aanwezig. Hij gaf -
geconfronteerd met de situatie - meteen opdracht politie en gemeentewerken te mobiliseren;
de brandweer was al eerder in actie gekomen. Om ongeveer half vier werd dit korps gealar
meerd voor een brandje bij Swarttouws Constructiewerkplaatsen, maar toen de brandwee
rauto ter plaatse arriveerde bleek de brand al geblust door het rivierwater.
8
yy-W