nog heel veel zelf gemaakt. De 2de jaars leerlingen hielpen al mee in de apotheek met het
klaar maken van recepten onder toezicht van gediplomeerde assistenten.
Op 3 verschillende plaatsen in de stad hing een kastje, waar de mensen hun recepten in
konden deponeren. De loopjongens leegden de kastjes na het spreekuur van de artsen. Deze
recepten werden dezelfde dag nog bereid en bezorgd. Ouderen zullen zich dat nog wel
herinneren.
Mijnheer Backer werkte zelf het hardst. Vóór 8 uur was hij al aanwezig en wij moesten met
ons schort voor, precies om 8 uur achter de recepteertafel staan (wij mochten beslist geen
"toonbank" zeggen). Om 6 uur ging hij naar huis en 's avonds kwam hij heel vaak terug om
nog werkzaamheden te verrichten.
Wij hebben hem zelden boos gezien. Als wij een fout maakten zei hij: "Doe het eerst maar
fout, daar leer je van". Hij liet ons erg vrij en alles liep op rolletjes, want hij beschikte over
een uitstekende hoofd-assistente. Als je na ongeveer twee jaar was geslaagd voor het
examen bleef je als regel daar werken.
De oudere assistenten gingen trouwen en wij vulden de lege plaatsen op. De nachtdiensten
werden nooit door mijnheer Backer gedaan, maar altijd door ons en om de beurt. In het
kantoor bevond zich een opklapbed. De veiligheidsmaatregelen, waarmee de avond- en
nachtdiensten tegenwoordig zijn omgeven, staan in een schril contrast met de gemoedelijk
heid toen. Het gebeurde wel eens, datje 's morgens wakker werd en besefte, datje niet uit
je bed gebeld was. Dan zei mijnheer Backer steevast: "Dan heb je je geld slapende verd
iend".
Maar meestal werd je wel een aantal keren gestoord in je slaap.
Op een keer in die mooie zomer van 1947 werd ik 's nachts om 4 uur uit bed gebeld. Het
ging om een recept voor zetpillen. Wij hadden deze niet in voorraad, dus moest ik aan het
werk. Toen ze klaar waren en de patiënt vertrokken was, besloot ik niet meer naar bed te
gaan. Ik gooide de buitendeur wijd open en ben aan het werk gegaan. Er was altijd heel
veel te doen. Het was schitterend weer en ik hoorde de vogels zingen. De melkboer aan de
overkant was ook al bezig met zijn melkbussen. Ook de bakker was al in de weer. Het was
een mooie belevenis, zo alleen in de stilte. Want op de dag was het
in de apotheek net een bijenkorf.
Als er wel eens strubbelingen waren tussen de dames, losten wij
dat zelf op. Mijnheer Backer bemoeide er zich niet mee, maar
hoorde wel alles aan en plaatste dan een passende opmerking.
Hij kwam uit een familie van apothekers en artsen. Zijn oudste
zoon was arts en zijn jongste zoon studeerde voor apotheker, maar
stierf op 25-jarige leeftijd. Verdriet bleef hem niet bespaard, want
hij had ook al een dochtertje verloren op 10-jarige leeftijd. Hij
werkte nadien nog harder, want zei hij: "Werken is de beste medi
cijn". Hij ging ook wel eens op zijn motorfiets weg om koffie te
drinken bij oud-assistenten. Maar verder was hij altijd aanwezig.
Hij had gevoel voor humor en kon laconiek zijn. Wij hadden eens
met z'n allen een doos drop leeg gegeten.
Apothekers/les omstreeks 1953. In die tijd was Backer
naast apotheker ook opticien.
97