Reconstructie van de kap naar de oorspronkelijke maatvoering. (Foto: J. van Rutte, juni 2002) Maar het pand staat niet alleen, het staat in een gebied waar al langere tijd (prijsvraag 1993?) plannen voor zijn. En dat proces van planvorming tot realisatie blijkt nóg complexer te zijn, met nóg meer variabelen waar geen grip op is. Verwacht werd indertijd dat de nieuwbouw van de naast ons pand liggende woningen in 2001 zou starten. Vóór die tijd zou de sloop van het naast en tegen ons liggende pand plaatsvinden waarna we (in één bouw- stroom) onze linker zijgevel konden aanpakken. Uiteindelijk was de eerste fase van onze restauratie in september 2002 gereed en werd het naastliggende pand in maart 2003 gesloopt. Dat betekende dat de aannemer de eerste fase maar gedeeltelijk kon afmak en en later (na de sloop) weer terug moest komen; dat betekende allerlei extra kosten, plaatsing van stof- schotten, een tweede start van de aannemer, extra steigers, brandschade. Dat betekent nog steeds dat er onzekerheid bestaat over de inrichting van de omgeving, over de mate van overlast bij het bouwen en de invloed van het heien en het bouwverkeer op de bouwkundige staat van ons gerestaureerde pand. Zo blijft de toekomst van het pand toch nog ongewis. Wat blijft is de tik die je hebt voor de oude gebouwde omgeving. In welke stad we ook zijn: tijdens de wandeling langs de gevels blijven we ons verwonderen en worden meer vragen opgeroepen dan we kunnen beantwoorden. Het is bijna een verslaving en in dit geval gelukkig een gezonde. Parterre in de richting van de achtergevel, na restauratie/renovatie. (Foto: R.W. Poets, sept.2003) 131

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2003 | | pagina 23