ook omdat het voorjaar zeer zacht was. Frits Proost had 100 eieren weten te bemachtigen zodat iedereen met een aantal naar huis kon gaan. De trainingsritten op de weg waren niet erg bevallen omdat er zoveel ander fietsverkeer op de weg was, vooral richting Hoek van Holland, en daarom was het bestuur op zoek gegaan naar een trainingsparcours. Na veel praten had men toestemming gekregen om op de Gustoweg te gaan rijden. Ook dat was eigenlijk geen goede keuze, omdat de bestrating slecht was. Men hoopte dat door nieuwe bestrating en uitbreiding dit toch zou gaan voldoen, zeker met het oog op de komende op heffing van het rijverbod voor auto's op zondag, waardoor het verkeer op de weg nog drukker zou worden. In Federatiewedstrijden wisten de Schiedamse rijders niet tot goede resultaten te komen, maar in een voorwedstrijd in afwachting van de binnenkomst van de renners in de Ronde van Nederland wisten Bronk en Breur zich in de prijzen te rijden. Succesvol waren ook Van Aalst, Heijster, Van Gaaien en Letterman. Op 23 mei 1948 vertrok een touringcar met renners naar Oud Leusden om aan federatiewedstrijden mee te doen. Kees Proost wist de wedstrijd voor clublicentiehouders winnend af te sluiten, terwijl andere clubgenoten ook hoog eindigden. Op 13 juni werd een bus gevuld met renners en hun aan hang om weer naar Valkenburg te gaan voor de amateur en profkampioenschappen. De stem ming werd erin gebracht door het lid C. Bouman met zijn harmonica en slager M. Crone, ook lid, loofde voor iedere renner die de rit over de Cauberg zou volbrengen een rollade uit. Bestuursleden deden er nog vijf gulden bij: de dag kon niet meer stuk! Aan het eind bleek alleen Karei Dupon de langste adem te hebben van de Schiedamse deelnemers en zo belandde het stuk vlees later op zijn bord. H. Bronk die ook meedeed had zijn pijp te vroeg leeggereden. De Schiedamse renners bleken de smaak te pakken te krijgen: in zeker tien andere wedstri jden verschenen ze aan de start. In de monsterrit Breda-Antwerpen-Amsterdam weerden de rennners Dupon, Heijster en Bronk zich heel goed. In de Ronde van Feyenoord kwam vrij wel de hele "Schiedam"- selectie aan de start, maar zoals in veel andere wedstrijden moesten verschillende renners met pech afhaken: het materiaal bleek hen dan in de steek te laten. In Katendrecht kwamen de nieuwelingen van de club aan de meet: Kormann, Van Rijsoort Tettelaar en Boomsma hadden dan wel gebrek aan routine, maar zouden tot grotere hoogte kunnen stijgen. Twee junioren, Snelleman en Dupon, vielen in de hoogste prijzen bij een baanwedstrijd aan de Kromme Zandweg in Rotterdam. De 4e Ronde van Schiedam werd georganiseerd op 4 september 1948. Zestig deelnemers hadden zich ingeschreven, waarvan er maar twintig de eindstreep aan de Stadhouderslaan haalden. Dat viel voor de Schiedammers nogal tegen. Jo van Rijsoort was de enige die in het peloton eindigde: geen gekke prestatie, want het tempo lag zeer hoog. Winnaar Suykerbuyk won in een tijd van 1 uur, 48 min en tweede werd Brinkman. In mei 1948 was een nieuw bestuurslid benoemd: Leendert T.Wensveen werd voorzitter van de wedstrijdcommissie. Zijn taak was om van clubwedstrijden de standen bij te houden, zodat aan het eind van de tweede premieperiode aan de winnaars prijzen uitgereikt konden worden. Gezien de talrijke activiteiten van de club was het bestuur hard aan versterking toe. De clubkampioenschappen lange afstand werden op 19 september verreden. In de A-klasse werd dat Arnold van Aalst (100 km), in de B-klasse (65 km) waren G. ten Have, Tettelaar en Van Rijsoort de besten terwijl de juniorenrit een zege opleverde voor G .Penning. De per soonlijke kampioenschappen werden een week later gehouden op de Maassluissedijk tussen 141

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2003 | | pagina 33