Milieudienst Rijnmond (DCMR) Breeuwwerk een dik pakket aan aanvullende milieueisen
op. Er ontstaat een langdurig en schimmig juridisch steekspel tussen alle betrokken partijen.
Breeuwwerk eist op 29 mei 1998 voor de President van de arrondissementsrechtbank in
Rotterdam schorsing van de verleende bouwvergunning én van de aanvullende milieu
voorschriften, welk verzoek wordt afgewezen. Breeuwwerk gaat (27 augustus 1998) tegen
de uitspraak in hoger beroep bij de Raad van State in Den Haag. De uitspraak van de Raad
van State is tweeslachtig: terwijl de verleende bouwvergunning niet wordt ingetrokken,
worden de nieuwe milieuvoorschriften wél van tafel geveegd. Een soort voorlopig oordeel,
want de Raad van State houdt de zaak aan voor een volgende bodemprocedure, een forse
tegenslag voor de gemeente. In de regionale kranten staan koppen als "Schiedam bouwt
woningen maar niemand mag er wonen".
Volgens de gemeente mag het wél, maar kan het eigenlijk niet: Inmiddels wordt het
Liverpoolcomplex gebouwd en worden in augustus 1999 de eerste appartementen
opgeleverd. Door de vorm van de appartemententoren is de achterkant met de balkons als
het ware een half open schoorsteen om de lagere schoorsteenpijp van de fabriek. Hierdoor
ontstaat een aanzuigende werking waardoor de dampen rechtstreeks de balkons worden
opgejaagd. Door deze schoorsteenwerking is het op sommige dagen in de woningen niet te
harden.
De Raad van State besluit in een later stadium tot het instellen van een onafhankelijk tech
nisch onderzoek. Op grond van de uitkomst hiervan is er op 4 juli 2000 in Den Haag
opnieuw een zitting. De uitspraak (17-08-2000) is helder, maar voor de gemeente en de
164