GESCHIEDENIS VAN DE BREEUWWERKFABRIEK TE
SCHIEDAM
Maarten Bijl
Rond de vorige eeuwwisseling (in de winter van 1898 - 1899) gebeurde er, bij gladheid, een
ongeluk in Vlaardingen. Comelis Maartenszoon Bijl, een veertiger met een goede positie bij
de gemeente, werd door een paard en wagen overreden. In dat ene ogenblik verloor hij zijn
gezondheid, zijn baan en zijn toekomst. Enige vorm van sociale ondersteuning van over
heidswege ontbrak nog in die tijd en als gehandicapte begon hij in arren moede een handel
in lompen en metalen. Dat was het enige wat hem restte om zijn gezin brood op de plank te
verschaffen.
In de achttiende en negentiende eeuw bezat Vlaardingen de grootste haringvissersvloot van
Europa met houten vissersschepen (loggers) die bij nieuwbouw en om de vijf tot zeven jaar
"gebreeuwd" of gekalfaat werden: Tussen de houten plankdelen werd een touwachtig pro
duct (breeuwwerk of kalfaatwerk) van geteerde hennepvezels geslagen om zodoende de
houten scheepsromp een zeker verband (stijfheid) te geven waardoor het schip zijn water
dichtheid verkreeg.
Comelis Bijl zamelde ondermeer partijen afgekeurde scheepstrossen en visnetten in die hij
handmatig in stukken hakte en tot de "oorspronkelijke" hennepvezels uiteenploos: de ideale
grondstof voor het breeuwwerk; "Recycling avant la lettre" zogezegd.
Comelis vergde teveel van zijn krachten. Zes jaar nadien, in 1905, overleed hij, slechts 52
jaar oud. Aan de groeve stonden naast elkaar zijn oude vader Maarten Bijl (1821-1919) en
zijn zoon Simon, een jongeman van negentien. Na de begrafenis drukte de grootvader zijn
kleinzoon de sleutels van de werkplaats in handen: "Morgen ga jij verder", zei hij. "Hoe
kunt u", riep de jongen, "ik heb zojuist mijn vader begraven".
"Ik heb zojuist mijn kind begraven, maar de zaak moet door", sprak de oude man.
Zo ging Simon, die theologie wilde studeren en ervan droomde zendeling te worden in een
ver land, door in vaders' zaak op de Afrol in Vlaardingen.
Simon (1885-1973) bleek een uitnemend zakenman te zijn en buitengewoon ondernemend
en vindingrijk: Het bedrijfje groeide snel en hij liet in Engeland een machine bouwen naar
eigen ontwerp waarmee breeuwwerk kon worden geproduceerd zonder al dat omslachtige
handwerk. Door deze ontwikkeling ontstond een overproductie zodat voor de aanvoer van
grondstoffen en de afzet van het eindproduct over de landsgrenzen gekeken moest worden.
Hij experimenteerde jaren met de fabricage uit nieuwe hennepvezels. In die periode had hij
zo aanhoudend zwarte handen van pek en teer, dat hij handschoenen begon te dragen, het
geen door buitenstaanders als pedanterie werd uitgelegd...
Op 19 augustus 1908 trad Simon in het huwelijk met Janna Maria van den Berg (1884 -
1959), dochter van de welgestelde Hartog van den Berg, die een manufacturenhandel dreef
aan de Westhavenplaats (tegenover de Visbank in Vlaardingen). Janna was, 24 jaar oud, een
"grande dame", die het klappen van de zweep van het ondernemerschap van huis uit kende.
De getuigenissen over haar lopen uiteen van: Ze voelde zich heel wat tot niet van hoogmoed
148