De brand liet van het pand Buitenhavenweg alleen puin en verwrongen staalwerk over.
den brand waarnemen en spoedig was hij op het terrein. Tot ver in de omtrek was de
brand zichtbaar. Ook in Rotterdam had men den brand gezien en op de Rotterdamschedijk
zag het zwart van de menschen. Het was binnen één gloeiende vuurpoel, die over een groote
oppervlakte woedde: eerst een steenen pand, drie verdiepingen hoog, dat 17 meter lang is
en daarachter staat nog een houten loods, inwendig gesteund door een ijzeren geraamte van
33 meter lengte. Dat alles was één rookende vuurzee. We vernamen, dat de schade
aanzienlijk is. De vernielde machines alleen kosten zeker f. 60.000. Het zijn meest speciale
machines, waarmee men hier werkt, die niet in den handel zijn. Er moet speciale opdracht
worden gegeven en aan één machine is zelfs 8 maanden gearbeid. Het zal daarom lang
duren voor het bedrijf weer voortgang kan vinden
De ramp wordt overleefd; op 30 november 1929 worden voor de aankoopprijs van f. 34.000
twee fabriekspanden aan de Westerkade (nrs. 4 en 6) aangekocht van staal- en ijzerhandel
Diepenveen. Het zijn twee voormalige branderspanden met onbebouwde tussen- en binnen
terreinen. Tussen de twee branderspanden wordt een nieuw kantoor gebouwd van twee
verdiepingen (Westerkade 6 a/b) en erachter een voor die tijd hypermoderne fabriekshal van
geprefabriceerde betonelementen, versierd met in het beton gegoten diagonalen en orna
menten, een zogenoemde Kemperhal, genoemd naar fabrikant Kemper Betonfabriek.
Slavenburg's Bouwbedrijf heeft in heel Nederland tientallen van dergelijke hallen neergezet.
152